Instellingen voor de opnamefunctie
Instellingen voor f/R/i/q
Wanneer de Live View-opname wordt weergegeven en u op de knop
<f>, <R>, <i> of <q> drukt, wordt het instelscherm
weergegeven op het LCD-scherm en kunt u aan het instelwiel <6> of
<5> draaien om de desbetreffende opnamefunctie in te stellen.
Nadat u op de knop <f> hebt gedrukt, kunt u aan het instelwiel
<6> draaien om de AF-methode (pag. 308) in te stellen of druk op
de toetsen <Y> <Z> om de AF-bediening in te stellen (pag. 305).
Bij Live View-opnamen kunnen de transportmodi <B> en <M> niet
worden ingesteld. Bovendien wordt de continue opnamemodus die is
ingesteld voor het maken van opnamen met de zoeker, niet toegepast op
Live View-opnamen.
Wanneer u <w> (Deelmeting) of <r> (Spotmeting) instelt, wordt er een
meetcirkel weergegeven in het midden van het scherm.
300