3 Ruisreductie instellenN
Aandachtspunten voor het instellen van ruisonderdrukking bij
meerdere opnamen
Als de opnamen door beweging van de camera erg zijn verschoven, is
het effect van de ruisonderdrukking mogelijk kleiner.
Wanneer u de camera in de hand houdt, dient u deze goed stil te houden
om cameratrilling te voorkomen. U wordt aangeraden een statief te
gebruiken.
Als u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de
beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan.
Automatische uitlijning van de opnamen werkt mogelijk niet goed bij zich
herhalende patronen (rasters, strepen, enz.) en opnamen in één kleur.
Als de helderheid van het onderwerp verandert terwijl de vier
opeenvolgende opnamen worden gemaakt, kan dit leiden tot
onregelmatige belichting in de opname.
Na het maken van de opnamen kan het even duren voordat een opname
op de kaart is vastgelegd na het uitvoeren van ruisonderdrukking en het
samenvoegen van de opnamen. Tijdens de verwerking van de opnamen
wordt "buSY" weergegeven in de zoeker en op het LCD-paneel en kunt
u geen nieuwe opnamen maken totdat het verwerkingsproces is voltooid.
U kunt AEB en witbalansbracketing niet gebruiken.
Als [z3: Ruisred. lange sluitertijd], [z3: Meerdere opnames],
[z3: HDR-modus], AEB-opnames, witbalansbracketing of Live
View-opnamen met Servo AF is ingesteld, kunt u [Ruisond. bij meerd.
opn.] niet instellen.
Dit kan niet worden ingesteld voor bulbopnamen.
Flitsopname is niet mogelijk. Het AF-hulplicht van externe Speedlites
voor EOS-camera's wordt ingeschakeld volgens de instelling
[8C.Fn II-6: AF-hulplicht].
[Standaard] wordt automatisch ingesteld als u een van de volgende
dingen doet: de aan-uitschakelaar op <2> zetten, de accu
vervangen, de kaart vervangen, de opnamemodus instellen op een
andere modus dan <d>, <s>, <f> of <a> of overschakelen naar
movie-opnamen.
196