Omdat H1 (gelijk aan ISO 51200) en H2 (gelijk aan 102400) vergrote
ISO-snelheidsinstellingen zijn, zijn ruis (lichte puntjes, strepen
enzovoort) en onregelmatige kleuren beter zichtbaar en is de resolutie
lager dan met de standaardinstelling.
Aangezien L (gelijk aan ISO 50) een vergrote ISO-snelheid is, wordt het
dynamisch bereik iets kleiner dan met de standaardinstelling.
Als [z3: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen]
(pag. 199), kunt u L (gelijk aan ISO 50), ISO 100/125/160, H1 (gelijk aan
ISO 51200) en H2 (gelijk aan ISO 102400) niet selecteren.
Wanneer u opnamen maakt met een hoge ISO-snelheid, hoge
temperatuur, lange belichtingstijd of meervoudige belichting, kan beeldruis
(korrelig beeld, lichtpuntjes, strepen, enzovoort), onregelmatige kleuren
optreden en kunnen kleuren onregelmatig worden.
Wanneer u met omstandigheden werkt die een extreme hoeveelheid ruis
veroorzaken, zoals een combinatie van een hoge ISO-snelheid, hoge
temperatuur en lange belichtingstijd, kan het zijn dat opnamen niet goed
worden opgeslagen.
Als u een hoge ISO-snelheid en de flitser gebruikt om een onderwerp te
fotograferen dat zich dichtbij bevindt, kan de opname overbelicht zijn.
Met [ISO-snelh.bereik] onder [z2: zISO-snelheidsinst.] kunt u het
instelbare ISO-snelheidsbereik uitbreiden van L (gelijk aan ISO 50) naar H1
(gelijk aan ISO 51200) of H2 (gelijk aan ISO 102400) (pag. 173).
i: De ISO-snelheid instellen voor foto'sN
171