deze tijdens de training begint te slippen, zijwaarts beweegt of
omkrult.
Een riem die te los wordt aangetrokken, kan afslaan terwijl de motor
draait.
Plaats de loopband op een vlakke ondergrond. Start de loopband met
een snelheid van ongeveer 6-8 km/u, let op de mate van doorbuiging
van de loopband.
•
Draai de riem niet te strak aan, omdat dit storingen aan, onder
andere, de motor, as of lagers kan veroorzaken.
•
Als de riem correct gespannen is, kan hij aan de randen
ongeveer 5-7,5 cm worden opgetild. Dit is heel gemakkelijk te
controleren - de riem is goed gespannen als er 3 vingers onder
passen.
DE RIEMSPANNING VERHOGEN
In de onderdelenkit vindt u een speciale sleutel. Steek deze in de
linker riemafstelschroef aan de achterkant van de loopband. Draai de
sleutel 90 graden met de klok mee (afbeelding C).
Hierdoor wordt de achterste rol uitgerekt en de spanning van de riem
verhoogd. Herhaal de handeling door de schroef aan de rechterkant te
draaien. Zorg ervoor dat u de schroeven gelijkmatig draait.
Herhaal de stappen voor beide bouten totdat de riem goed gespannen
is.
VERMINDEREN VAN DE RIEMSPANNING
Om de spanning van de riem te verlagen, volgt u dezelfde procedure
als voor het verhogen van de spanning maar draai de sleutel linksom.
CENTRERING VAN DE LOOPBAND
Als gevolg van verschillende loopstijlen (meestal meer belasting op
één been) kan de riem zijwaarts bewegen en niet gecentreerd zijn.
Daarom moet de riem van tijd tot tijd worden aangepast.
Tijdens het gebruik van de loopband moet de band zichzelf centreren.
Als hij naar rechts of links beweegt, moet hij worden afgesteld.
Start de loopband en stel deze op een lage snelheid in (bijv. 3 km/u).
Controleer in welke richting de band beweegt.
•
Als de riem naar rechts beweegt, plaats dan de sleutel in de
rechter stelschroef. Draai de sleutel 90 graden met de klok mee
(Afbeelding A). Kijk of de riem gecentreerd blijft. Als de riem
nog steeds naar rechts beweegt, draai de schroef dan opnieuw
90 graden.
•
Als de riem naar links beweegt, volg dan dezelfde procedure
als hierboven, maar draai aan de schroef aan de linkerkant
(Afbeelding B).
MILIEU
Het apparaat wordt geleverd in een verpakking ter bescherming tegen
mogelijke transportschade. Verpakkingen zijn onbewerkte
grondstoffen en kunnen worden gerecycled. Gooi deze materialen in
de daarvoor bestemde gekleurde bakken voor gescheiden inzameling.
Bescherm het milieu en gooi lege batterijen niet weg in
de vuilnisbak. Breng ze terug naar de plaats van
aankoop of breng ze naar een apart opslagpunt voor
recycleerbare materialen.
Gebruikte elektrische apparatuur (waaronder de meter
en voeding) zijn secundaire grondstoffen. Gooi ze niet in containers
voor huishoudelijk afval, aangezien deze stoffen kunnen bevatten die
gevaarlijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Help ons actief om
natuurlijke hulpbronnen economisch te beheren en het milieu te
beschermen door uw gebruikte apparaat naar een inzamelpunt voor
recycleerbare materialen te brengen, in dit geval een inzamelpunt
voor gebruikte elektrische apparatuur.
MONTAGE
De montage van het apparaat moet zorgvuldig worden uitgevoerd
door een volwassene. Vraag bij twijfel iemand met meer ervaring op
dit gebied om hulp.
•
Controleer voordat u met de montage begint of de set
alle elementen uit de onderdelenlijst bevat en
of er tijdens het transport geen elementen zijn beschadigd.
Mochten er onderdelen ontbreken of heeft u voorbehouden,
neem dan contact op met de verkoper.
•
Lees de tekeningen en uitleg en monteer het apparaat volgens
de volgorde aangegeven in de montagehandleiding.
•
Wees voorzichtig bij het monteren. Bij het gebruik
van gereedschappen en onderdelen bestaat gevaar voor letsel.
•
Vergeet niet om een veilige omgeving te behouden.
Plaats gereedschappen en montageonderdelen niet chaotisch.
Houd er rekening mee dat plasticfolie en tassen een
verstikkingsgevaar voor kinderen vormen.
•
Montagecomponenten die nodig zijn om elke stap van de
montagehandleiding te voltooien, worden weergegeven in de
tekeningen
en toelichtingen. Gebruik onderdelen zoals aangegeven in de
montagehandleiding.
•
In de eerste fasen van de montage mogen de onderdelen niet
zo strak mogelijk worden vastgedraaid. Doe dit nadat u alle
onderdelen hebt geplaatst en zeker weet dat ze goed op hun
plaats zitten.
•
De fabrikant behoudt zich het recht voor om bepaalde
onderdelen vooraf te monteren.
MONTAGESCHEMA (→ Zie pagina 2)
OPGELET! Het is verboden om onderdelen van andere leveranciers
dan de fabrikant te gebruiken.
ONDERDELENLIJST
NR.
OMSCHRIJVING
1
Hoofdframe
2
Onderste frame
3
Kolommen loopband
4
Bovenste frame
5
Motorframe
6
Voorrol
7
Achterrol
8
Cilinder
9
Tandwielplaat t15*520*1130
10
Lopende riem t1.4*400*2520
11
IGBT 200-J5
12
Moer M6
13
Motor
14
Controlemechanisme
15
Computer
16
Bovenste motorkap
17
Onderste motorkap
18
Fascade linker hoofdframe
19
Hoofdframe rechts
20
Rand hoofdframe
21
Transportwiel voor onderste frame
22
Eindkap leuning
23
Handgrepen van schuim
24
Kunststof voeten
25
Schokdemper
26
Elektrische aansluiting
27
Zekering
28
Stroomkabel
29
Stroomkabelklem 6W3-4
30
Kantelversteller
31
Vergrendeling kantelversteller
32
Rubberen kussentjes
33
Schokdemper
34
Plakstrips
35
Impulssensor / Knoppen snelwisselsnelheid + / -
NL
AANTAL
1
1
2
1
1
1
2
1
1
1
1
8
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
4
8
1
1
1
1
2
2
2
2
4
1
106