4 Bediening
NL
4.9 Een FPM 711 Concertor-pompmodule configureren voor gebruik
met een pomp met constante snelheid
4.10 Concertor XPC bediening
4.10.1 Wijzig de intervalinstelling van het werkpunt
44
a) Ga naar Instellingen > Station > Maximale werkingstijd.
b) Onderzoek en wijzig zo nodig de waarden van de parameters Maximum cyclustijd en
Maximale tijd bij volle snelheid.
3. Configureer de pompinstellingen. Voer voor elke pomp de volgende stappen uit:
a) Ga naar Instellingen > Pomp > Reinigen van put.
b) Pompputreiniging inschakelen
c) Ga naar Instellingen > Pomp > Droogloopdetectie.
d) Configureer de Droogloop gevoeligheid-parameter.
Als de pomp een Concertor-pomp is, configureer dan ook de volgende instellingen. Het is
niet mogelijk de parameters van een werkende pomp te configureren.
4. Zorg ervoor dat de parameter Snelheid instellen correct is geconfigureerd.
Voor een succesvolle pompputreiniging moet de pomp op volle snelheid kunnen draaien
(Snelheid instellen).
a) Stel de pomp in op de handmatige stand
b) Zorg ervoor dat de waarde Toerental gelijk is aan de waarde van de parameter
Snelheid instellen .
c) Als de waarde Toerental lager is dan de waarde Snelheid instellen, verlaag dan de
waarde Snelheid instellen met ongeveer 10%.
d) Blijf de instellingen wijzigen totdat de Toerental waarde gelijk is aan de Snelheid
instellen waarde.
5. Configureer de start integratortijd.
a) Ga naar Instellingen > Pomp > Concertor-instellingen > Aanlooptijd.
b) Configureer de Startaanlooptijd-parameter.
De aanlooptijd moet korter zijn dan de tijd die nodig is om op volle snelheid van het
startniveau naar het stopniveau te pompen.
Met deze configuratie kan het systeem een aangesloten FPM 711 module gebruiken als een
FPM 411 pompmodule.
1. Ga naar Instellingen > Pomp.
2. Selecteer de pomp die is aangesloten op de module FPM 711.
3. Ga naar Machine-interface.
4. Zet de instelling Type pomp op Pomp met constante snelheid.
5. Klik op Opslaan.
Het systeem start opnieuw op.
Na de herstart van het systeem kan het systeem een pomp met constante snelheid
gebruiken die is aangesloten op de FPM 711 module. Het systeemoverzicht toont de module
als een FPM 711 module met de standaard in- en uitgangen voor het geselecteerde
pomptype.
1. Ga naar Instellingen > Pomp.
2. Selecteer de pomp.
3. Stel de parameters in.
Parameter
Vermogen instellen
Instelling
Bereik: Minimaal vermogen– Maximum voeding
Nexicon Gebruikershandleiding