Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Xylem Nexicon Gebruikershandleiding pagina 16

Software - afvalwatertoepassingen
Verberg thumbnails Zie ook voor Nexicon:
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Systeeminstellingen
NL
Snelheidsdrempels
2.6.4.1 Constant niveau
12
De gebruiker configureert een minimumsnelheid in de instellingen voor de PID-controller. De
minimumsnelheid moet hoog genoeg zijn om de pompen water te laten pompen.
Wanneer het systeem is ingesteld, kan de PID-controller worden afgesteld. De volgende
omstandigheden kunnen betekenen dat de controller moet worden afgesteld:
• De pompsnelheid verandert te veel.
• De afwijking van het instelpunt is te groot.
• De respons op afwijkingen van het instelpunt is te traag.
Om de PID-controller af te stellen, past u de integrale tijd, de afgeleide tijd en de
proportionele versterking aan in de instellingen.
In de constante regelmodi gebruikt het systeem twee snelheidsdrempels om extra pompen
te starten en te stoppen. Als de berekende snelheid langer dan een geconfigureerde tijd
voorbij een van de drempelwaarden is, start of stopt er een extra pomp. De drempelwaarden
en activeringstijd kunnen worden geconfigureerd in de instellingen.
Calculated speed
1. Snelheidsdrempel om een extra pomp te starten
2. Snelheidsdrempel om een extra pomp te stoppen
3. Activeringstijd
4. Een extra pomp start
5. Een extra pomp stopt
Deze modus handhaaft een constant niveau in de put. Het geconfigureerde startniveau is
het niveau-instelpunt. De PID-controller gebruikt feedback van de analoge niveausensor om
de snelheid van de pompen te berekenen.
De pompcyclus start en stopt wanneer het waterniveau de geconfigureerde start- en
stopniveaus bereikt. Om veelvuldig starten en stoppen te voorkomen, moeten de start- en
stopniveaus voldoende afstand hebben.
Water level
Time
Pump speed
Nexicon Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave