3 Functiebeschrijving
NL
3.13 Concertor XPC functies
3.13.1 Ingesteld vermogen, ingestelde snelheid en geregistreerde stroming
Verhouding ingesteld vermogen en ingestelde snelheid
Stroom
3.13.2 Automatische start wanneer de stroom wordt ingeschakeld
34
3. De geladen CODESYS toepassing voert de startvolgorde uit.
4. Het proces eindigt volgens de status van de startvolgorde:
Voorwaarde
De startvolgorde is voltooid.
De startvolgorde is uitgetimed. Er wordt een alarm geactiveerd.
In de volgende gevallen start de pomp zonder de startprocedure:
• De startprocedure heeft een time-out en het systeem is geconfigureerd om de pomp toch
te starten.
• De pompmodule heeft het contact met de applicatiebeheerder verloren en de back-
upstartschakelaar die op de pompmodule is aangesloten, start de pomp.
• De Hand-Uit-Auto-schakelaar staat in de stand Hand.
OPMERKING:
Om het risico op schade aan de apparatuur te vermijden, moet u ervoor zorgen dat de
installatie een pompstart zonder de pompstartsequentie aankan.
Deze functies zijn beschikbaar voor Concertor machines die zijn aangesloten op FPM 711
modules.
Het ingestelde vermogen is de instelwaarde voor het ingangsvermogen van de motor in het
systeem en de ingestelde snelheid is de instelwaarde voor de snelheid van de .
Het ingestelde vermogen en de ingestelde snelheid kunnen worden gezien als het maximaal
beschikbare bedrijfspunt voor bijvoorbeeld hoge instroomsituaties. Door de
energieminimalisatiefunctie draait het systeem in normale omstandigheden meestal op een
lager belastingspunt.
De stroomwaarde in het -systeem, die in het home-menu wordt weergegeven is de
ingangsstroom van de motor. Het systeem controleert deze waarde om te kunnen
verzekeren dat de operationele condities voldoende zijn voor de motor. Als de stroom te
hoog is, wordt een alarm afgegeven.
Door de vermogenselektronica in de regelaar kan de ingangsstroom naar de pomp lager zijn
dan de weergegeven ingangsstroom van de motor. Dit verschil is vooral significant bij lagere
belastingen waarbij de ingangsspanning van de motor laag is ten opzichte van de
netspanning.
Nexicon stelt de Concertor-pompen standaard zo in dat ze niet automatisch starten als de
stroom wordt ingeschakeld. Deze instelling voorkomt het starten van de pomp totdat het
systeem een startsignaal geeft.
Het is mogelijk om deze instelling voor elke Concertor-pompmodule te wijzigen. Als de
module zo is geconfigureerd dat de pomp start wanneer de voeding wordt ingeschakeld,
blijft deze instelling behouden, zelfs als het systeem of de pomp opnieuw wordt opgestart.
Als de pomp wordt vervangen, gedraagt de nieuwe pomp zich volgens de instelling in de
module waarop hij is aangesloten.
Raadpleeg de integratiegids voor Nexicon voor informatie over de pompaansluiting.
Beschrijving
De pomp start.
De pomp start wel of niet, afhankelijk van de systeemconfiguratie.
Nexicon Gebruikershandleiding