Inhoudsopgave
Advertenties
Nummer
Alarm
AL_0046
Lage stroom
AL_0057
Startprocedure pomp
mislukt
6.1.6 Machine-alarmen, Concertor XPC
Naast de gewone machine-alarmen bevat de module FPM 711 de volgende machine-
alarmen voor Concertor XPC-machines:
Aantal
Alarm
AL_0004
Geblokkeerde rotor
AL_0047
Verminderde prestatie De prestaties zijn
AL_0048
Overstroom
AL_0049
Overspanning
AL_0050
Onderspanning
AL_0051
Te lage temperatuur
AL_0052
Onbalans in
fasespanning
Nexicon Gebruikershandleiding
Beschrijving
Bron
De ingangsstroom is
Pomp
laag.
De startprocedure in
Pomp
de CODESYS-
toepassing is niet
voltooid voor de time-
out.
Beschrijving
Bron
De rotor kan niet
Pomp
bewegen.
Pomp
lager dan verwacht.
Het stroomverbruik
Pomp
van de pomp is hoger
dan de toegestane
limiet. De pomp wordt
uitgeschakeld om
schade te voorkomen.
De stator overschrijdt
Pomp
de limiet van de
gecreëerde spanning
tijdens de vertraging.
De pomp ontvangt
Pomp
onvoldoende
spanning.
De thermische
Pomp
sensoren stellen vast
dat de temperatuur
onder de limiet is.
De voedingsspanning
Pomp
is ongebalanceerd.
6 Lokaliseren van storingen
Mogelijke oorzaak
Actie
De waaier is versleten of
Ga na of de waaier aan
defect.
onderhoud of vervanging
toe is.
• De apparatuur heeft een
• Controleer of de
storing waardoor de
startprocedure niet kan
worden voltooid.
• Controleer of de
• De startvolgorde is niet
correct gedefinieerd
voor het station.
Mogelijke oorzaak
Actie
• De pomp is verstopt.
• Verwijder ongewenst
• Een mechanisch
probleem blokkeert de
rotor.
• Zorg ervoor dat de
De temperatuur is hoog.
• Controleer de
• Controleer het peil van
• De pomp is
• Reinig de pomp.
geblokkeerd.
• Controleer of de motor
• De motor is defect.
• De voedingsspanning is
• Controleer de
te hoog.
• De lijnspanning is
• Indien het alarm zich
ongebalanceerd.
• Er is een waterpilaar in
de pijp.
De ingangsspanning van
• Controleer de
de pomp is te laag.
• Controleer de bedrading
De omgevingstemperatuur
• Zorg ervoor dat de
is te laag.
• Verwarmen of isoleren.
De stroomvoorziening is
Controleer of alle
onvoldoende.
voedingsfases aanwezig is
en binnen de
spanningstolerantie ligt.
aangesloten apparatuur
werkt.
startvolgorde correct is
gedefinieerd.
materiaal of voorwerpen
van de pomp.
propeller zonder al te
veel mechanische
weerstand kan draaien.
omgevingstemperatuur
de koelvloeistof
correct werkt.
voedingsspanning.
voordoet tijdens de
vertraging, verhoog dan
de integratortijd.
inkomende
stroomvoorziening
en de aansluitingen op
de aansluitklemmen.
omgevingstemperatuur
binnen de grenzen van
de pomp ligt.
109
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
