Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximum Aantal Actieve Pompen; Maximale Werkingstijd; Lopen T.b.v. Onderhoud; Energieminimalisator - Xylem Nexicon Gebruikershandleiding

Software - afvalwatertoepassingen
Verberg thumbnails Zie ook voor Nexicon:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.8.7 Maximum aantal actieve pompen

Deze functie beperkt het aantal pompen in het station of de natte put dat tegelijkertijd draait.
De functie beschermt stations met een beperkte leidingcapaciteit of elektrische beperkingen.
Het is mogelijk de pompen die zich in de rusttoestand bevinden te starten met behulp van
een Hand-Uit-Auto schakelaar in de handmatige stand. Het systeem stopt dan een andere
pomp die zich niet in een Handmatige modus bevindt om het aantal draaiende pompen te
beperken.
Als er geen pomp draait tijdens een pompcyclus, wacht het systeem vijf seconden tot er een
pomp beschikbaar komt. Als er geen pomp beschikbaar is, eindigt de pompcyclus. Deze
situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als er maximaal één pomp kan draaien en de
bedrijfspomp de maximale draaitijd bereikt, een storing heeft of handmatig wordt gestopt.

3.8.8 Maximale werkingstijd

In de automatische procesregeling beperkt deze functie de continue draaitijd van een pomp.
Het doel is bijvoorbeeld om het risico van oververhitting of grote verschillen in bedrijfstijd
tussen de pompen in een systeem te voorkomen. Wanneer de maximale looptijd is bereikt,
wordt een andere pomp gestart.
• De pompen wisselen elkaar af volgens het wisselschema.
• Als er geen andere pomp beschikbaar is, blijft de pomp draaien zolang de
startvoorwaarde aanwezig is.

3.8.9 Lopen t.b.v. onderhoud

Deze functie voorkomt dat de pompen langer dan een bepaalde tijd niet worden gebruikt. Als
de tijdslimiet voor een pomp is bereikt, loopt de pomp een paar seconden. Een langere
periode van stationair draaien is niet aan te bevelen voor bijvoorbeeld mechanische
afdichtingen.
Het is mogelijk deze functie te configureren om de pompen onder het stopniveau te laten
draaien. In een explosieveilige omgeving is het niet toegestaan de pompen onder het
stopniveau te laten draaien.

3.8.10 Energieminimalisator

Deze functie is alleen beschikbaar voor de bedrijfsmodus Maak de put leeg met de
pompcyclusmodus Waterniveau .
De functie energieminimalisator berekent de meest energie-efficiënte snelheid voor de
specifieke toepassing.
De functie verhoogt of verlaagt de snelheid in kleine stappen bij elke pompcyclus om de
meest energie-efficiënte snelheid te vinden. Bij een nieuwe installatie kunnen er
verschillende pompcycli nodig zijn om de meest energie-efficiënte snelheid te vinden. De
afstand tussen de start- en stopniveaus beïnvloedt de precisie en het aantal cycli dat de
functie nodig heeft voor de berekening.
• Als de vetstreepminimalisatiefunctie is uitgeschakeld, is de minimale afstand tussen het
start- en stopniveau 15 cm (6 in).
• Als de vetstreepminimalisatiefunctie is ingeschakeld, is de minimale afstand tussen het
start- en stopniveau 35 cm (14 in).
De energieminimalisator gebruikt stroomgegevens om de snelheid te berekenen.
Nexicon Gebruikershandleiding
3 Functiebeschrijving
27
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave