Inhoudsopgave
Advertenties
3 Functiebeschrijving
3.11 Onderhoudsmeldingen
NL
3.12 CODESYS-ondersteuning
3.12.1 CODESYS ingangen en uitgangen
32
Er zijn twee onderhoudsintervallen voor elke pomp:
Type onderhoud
Beschrijving
Inspectie
De controle voorkomt operationele onderbrekingen en machinestilstand. De
maatregelen voor betere prestaties en pomprendement worden per
toepassing besloten.
Revisie
Het groot onderhoud verlengt de operationele levensduur van het product.
Het bevat de vervanging van belangrijke onderdelen en de maatregelen die
tijdens een inspectie genomen worden.
De intervallen zijn gebaseerd op de kalendertijd of de looptijd. Als de tijd verstreken is, wordt
er een alarm afgegeven. Het alarm heeft geen enkele invloed op de werking van de pomp of
het pompstation.
De verstreken tijd wordt getoond in de gebruikersinterface. Bij een fabrieksreset worden de
tellers teruggezet. De tellers moeten handmatig worden teruggesteld nadat een inspectie of
revisie heeft plaatsgevonden.
Aangezien de pomp en de pompmodule waarschijnlijk onafhankelijk van elkaar zullen
worden vervangen, is het mogelijk de tellers voor de meldingen op elk gewenst moment op
een willekeurige waarde in te stellen.
In Nexicon is het mogelijk om een CODESYS-applicatie toe te voegen om de volgende
redenen:
• Om meer functies toe te voegen die nog niet in de controller zijn opgenomen
• Om meer functies toe te voegen die stationspecifiek zijn
Om een CODESYS-applicatie in het systeem uit te voeren, moeten gebruikers de
CODESYS-functie inschakelen in de instellingen.
De applicatie moet compatibel zijn met CODESYS. Voor gedetailleerde informatie en
instructies, zie https://www.codesys.com/. De ontwikkelomgeving is gratis en de runtime-
licentie is inbegrepen in de applicatiebeheerder.
Er zijn twee manieren om de CODESYS-applicatie in het systeem te laden:
• Vanaf een PC die rechtstreeks is aangesloten op de Ethernet-poort van de
applicatiebeheerder
• Vanaf een USB-stick via het menu instellingen
Voor meer informatie, zie
CODESYS-toepassingen draaien in een lus, meestal elke 20 milliseconden. In Nexicon
wordt aanbevolen om de applicatie elke 500 milliseconden uit te voeren om de prestaties en
voorspelbaarheid te verhogen. De toepassing stelt de waarden van onvoorwaardelijke
uitgangen elke lus in. Om te voorkomen dat de toepassing parameters overschrijft die via
andere interfaces, zoals SCADA of de gebruikersinterface, worden gewijzigd, moeten de
uitgangen in de toepassing voorwaardelijk worden ingesteld. Het systeem heeft een
snelheidslimiet van 500 milliseconden voor CODESYS-applicaties.
Indien een gebruiker CODESYS uitschakelt, moet het systeem worden ingeschakeld om de
parameterwaarden en alarmen te verwijderen.
De CODESYS runtime software heeft toegang tot een vast aantal ingangen, uitgangen en
interne parameters. Er is een volledige lijst van de parameters die kunnen worden
geraadpleegd opgenomen in elke softwareversie.
• CODESYS heeft toegang tot het volgende systeem I/O's:
Een CODESYS-toepassing laden
op pagina 41.
Nexicon Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
