6 Lokaliseren van storingen
NL
6.1.2 Stationalarmen
Nummer
Alarm
AL_0035
Personeelsalarm
102
Bron
Mogelijke oorzaak
Startniveau
Bedrijfsmodu
Het startniveau van de pomp ligt
s: Maak de
boven de hoogte van de natte put.
put leeg
Het startniveau van de pomp is
hoger dan het geconfigureerde hoge
niveau.
Het startniveau ligt boven de niveaus
waarbij hulppompen worden gestart.
Bedrijfsmodu
Het startniveau ligt onder de niveaus
s: Vul de put
waarbij hulppompen worden gestart.
Start- en
Bedrijfsmodu
Het startniveau van de pomp is lager
stopniveau
s: Maak de
dan het stopniveau.
put leeg
Bedrijfsmodu
Het startniveau van de pomp is
s: Vul de put
hoger dan het stopniveau.
Het startniveau en het stopniveau
worden toegewezen aan dezelfde
sondesensor.
Start- en stopschakelaars
Er zijn geen digitale ingangen
geselecteerd voor de start- en
stopvlotterschakelaars.
Er zijn geen sondesensoren
geconfigureerd voor de start- of
stopniveaus.
Stopniveau
De offset tussen de stopniveaus is te
groot.
Er is een offset tussen de
stopniveaus, maar het
niveauapparaat is geen analoge
sensor.
Reinigen van put
Er zijn geen pompen beschikbaar
voor het reinigen van de put.
Het niveauapparaat is geen analoge
niveausensor.
Beschrijving
De timer voor het
alarm is afgelopen.
Bron
Mogelijke oorzaak
Station
Het personeel in het
station is niet in staat om
de timer te resetten.
Actie
Configureer het startniveau onder de
hoogte van de natte put.
Configureer het startniveau onder
het hoge niveau.
Configureer het startniveau onder de
niveaus die hulppompen starten.
Configureer het startniveau boven de
niveaus die hulppompen starten.
Configureer de niveaus zo dat het
startniveau boven het stopniveau ligt.
Configureer de niveaus zo dat het
startniveau onder het stopniveau ligt.
Configureer de start- en stopniveaus
voor verschillende sensoren.
Configureer de digitale ingangen
voor de start- en
stopvlotterschakelaars.
Sensoren configureren voor de start-
en stopniveaus.
Configureer de offset zo dat deze
kleiner is dan de afstand tussen het
stopniveau en het startniveau van de
eerste hulppomp.
Configureer de offset tussen de
stopniveaus op nul.
Zorg ervoor dat de pompen correct
zijn geconfigureerd voor de reiniging
van de put:
• Bij ten minste één pomp moet de
putreiniging zijn ingeschakeld.
• Standaardpompen met
putreiniging ingeschakeld moeten
een stroomtransformator
geconfigureerd hebben.
Gebruik een analoge niveausensor
als niveau-inrichting.
Actie
Zorg ervoor dat het
personeel in het station
veilig is en snel reageert.
Nexicon Gebruikershandleiding