De snelheid van drie pompen met variabele snelheid (A, B en C) bij verschillende
waterniveaus in de bedrijfsmodus Maak de put leeg.
1. Startniveau voor de tweede hulppomp
2. Startniveau voor de eerste hulppomp
3. Startniveau voor de pompcyclus
4. Stopniveau voor de pompcyclus
5. Referentiesnelheid pomp
6. Maximum snelheid
Pompcyclusmodus: Digitale ingang
Elke hulppomp heeft een bijbehorende vlotterschakelaar. Elke pomp start wanneer de
bijbehorende vlotterschakelaar actief wordt. De functie kan maximaal tien vlotterschakelaars
gebruiken.
Als een hulppomp start, draaien alle pompen op volle snelheid.
Pompcyclusmodus: Sonde
Er kunnen maximaal twee sensoren worden geconfigureerd als sensoren voor hulppompen.
Wanneer het waterniveau elke sensor passeert, start een hulppomp.
Pompcyclusmodus: Constante stroom en Constant niveau
Het systeem gebruikt twee snelheidsdrempels om extra pompen te starten en te stoppen.
Zie voor meer informatie
3.8.4 Stand-bypomp
Deze functie is alleen beschikbaar voor putten met de volgende configuratie:
• Bedrijfsmodus: Maak de put leeg
• Pompcyclusmodus: Waterniveau, Vlotterschakelaars, of Sonde
Deze functie stopt een pomp die draait en start een stationaire pomp. Als de gestopte pomp
slecht werkt, bijvoorbeeld als hij geblokkeerd is, kan deze functie voorkomen dat hij
overloopt.
Het is mogelijk om het startniveau voor de stand-bypomp te configureren in de instellingen.
Pompcyclusmodus
Waterniveau
Vlotterschakelaars
Sonde
Wanneer het water het startniveau voor de stand-bypomp bereikt, stoppen en starten de
pompen volgens het alternatieschema. Als de stand-bypomp een pomp met variabele
snelheid is, start deze op volle snelheid.
In natte putten met twee pompen moet het startniveau voor de stand-bypomp boven of gelijk
zijn aan het startniveau voor de hulppomp. Deze configuratie zorgt ervoor dat de pompen
goed op toeren komen.
3.8.5 Pompafwisseling
Deze functie zorgt ervoor dat de pompen in een natte put afwisselend worden gestart. Het
doel van deze functie is dat pompen dezelfde slijtage krijgen, zodat de tijd voor onderhoud
op hetzelfde moment valt.
De gebruiker kan de wisselmodus en de stopvolgorde voor de pompen selecteren.
Stopvolgorde
Eerst in, eerst uit
Eerst in, laatste uit De pompen stoppen in omgekeerde volgorde van hoe ze gestart zijn. De pomp die
Nexicon Gebruikershandleiding
Constante regelmodi
Beschrijving
De pompen stoppen in dezelfde volgorde als ze gestart zijn. De pomp die als eerste
is gestart, stopt als eerste.
als eerste is gestart, stopt als laatste.
op pagina 11
Startniveau voor de stand-by-pomp
Een vaste afstand van het reguliere startniveau
Een geselecteerde vlotterschakelaar
Een geselecteerde tastersensor
3 Functiebeschrijving
25
NL