Inhoudsopgave
Advertenties
Stuwvorm
V-inkeping stroming
W
h
Handmatig bepaalde stroming
1–3: Stuwniveaus
3.7.5 Neerslag
Deze functie berekent de neerslag op de stationslocatie. De berekende waarden zijn de
huidige neerslagintensiteit en de totale neerslag van de dag.
Het is mogelijk om drempels voor zware regenval in te stellen die een alarm activeren. Het
alarm is een indicatie dat stations stroomafwaarts een hoog debiet zullen hebben.
De functie gebruikt een pulsteller die is aangesloten op een digitale ingang. Als de gebruiker
een digitale ingang als pulsteller selecteert in de instellingen, stelt het systeem de modus
van de ingang automatisch in op teller. Het is mogelijk om de pulslengte en de hoeveelheid
water waarmee een puls overeenkomt te configureren.
3.7.6 Energieberekeningen
De energieberekeningen zijn beschikbaar voor elke pomp en voor het station.
Energieverbruik
Voor constante-snelheidpompen moet een stroomtransformator worden geconfigureerd en
aangesloten op de pompmodule om het energieverbruik te berekenen. De nauwkeurigheid
van de configuratie en van de stroomtransformator beïnvloedt de nauwkeurigheid van het
berekende energieverbruik.
Specifieke energie
De specifieke energie is de snelheid van het energieverbruik voor elke unit van verpompt
volume. Een toename van de specifieke energie in de loop van de tijd wijst erop dat de
pomp onderhoud nodig heeft.
3.7.7 Gebeurtenislogboek
Het gebeurtenislogboek kan worden gecontroleerd om een volledig overzicht te krijgen van
de systeemprestaties in de loop van de tijd. Gebeurtenissen worden in het
gebeurtenissenlogboek opgeslagen als gebeurtenissen met een tijdstempel.
Het is mogelijk te configureren welke gebeurtenissen moeten worden gelogd. Sommige
gebeurtenissen, bijvoorbeeld software-updates, worden altijd gelogd.
Voorbeelden van gebeurtenissen:
Nexicon Gebruikershandleiding
Berekeningsformule
overloopdebiet (Q)
2.5
Q = C
*h
*(W/S/2)*(8/15)*√(2g)
d
s
Het debiet wordt berekend door
interpolatie van de debietwaarden
in de twee handmatig bepaalde
niveaus die het dichtst bij het
3
waterpeil liggen.
2
1
3 Functiebeschrijving
Vereiste waarden
• C
= Lozingscoëfficiënt
d
• W = stuwbreedte [m]
• S = stuwhoogte [m]
2
• g = 9,81 m/s
• h = waterpeil boven het referentieniveau
[m]
• 1-20 geconfigureerde stuwniveaus
Geconfigureerde waarden voor elk
stuwniveau:
• Waterpeil boven het referentieniveau
• Debietwaarde
NL
21
Advertenties
Inhoudsopgave
