3.2.6. Alarmmodi
Het draadloze beveiligingssysteem Comfion werkt met zogenaamde "alarmmodi", die de kern van het systeem
vormen. Dit zijn in- en uitschakelbare koppelingen tussen partities en gebruikers.
In een alarmmodus bepaalt u welke gebruiker welke partitie daarmee in- of uitschakelt. Dit kan worden gebruikt
om alle mogelijke scenario's voor het in- en uitschakelen af te beelden.
In de praktijk voert een gebruiker bij het in- of uitschakelen in werkelijkheid een alarmmodus uit.
Het Comfion draadloze beveiligingssysteem heeft twee vooraf geconfigureerde alarmmodi in
Tip
de fabrieksinstellingen: "Volledig ingeschakeld" en "Volledig uitgeschakeld", die alle
gemaakte bereiken bevatten.
Uitvoering van een alarmmodus
De knop in het midden onderaan het scherm toont de actuele status van het systeem
o
(ingeschakeld, uitgeschakeld, gedeeltelijk ingeschakeld of onderhoudsmodus)
Door op de knop te drukken, worden de beschikbare alarmmodi weergegeven en kunt u een
o
willekeurige schakelopdracht uitvoeren.
Alarmmodi aanmaken of bewerken
1.
U kunt het beheer van de alarmmodi openen door op de knop in het midden onderaan te klikken zoals
beschreven in de vorige stap en vervolgens op het Tandwiel-icoon in de rechterbovenhoek van het scherm.
2.
Klik vervolgens op "Alarmmodus toevoegen" of bewerk een bestaande alarmmodus door er lang op te drukken.
3.
Nadat u de naam voor de alarmmodus hebt toegewezen, selecteert u de partities EN de aard van de schakeling
(inschakelen of uitschakelen). Klik op het symbool om de aard van de schakeling te wijzigen.
4.
Selecteer in de volgende stap de gebruikers die geautoriseerd moeten worden om deze alarmmodus te
schakelen.
5.
Na voltooiing verschijnt de alarmmodus in uw overzicht en kunt u deze gebruiken.
→
→
→
|14