Deze draadloze centrale dient in combinatie met de melders en signaalgevers voor de beveiliging van uw eigendom. U kunt daarmee uw firma, huis, garage, tuinhuisje, We bedanken u voor de aankoop van de draadloze alarmcentrale SECVEST 2WAY. weekendhuisje, etc. beveiligen.
5.5. Communicatiemodules ..........29 Inhoudsopgave 5.6. Modules en buitensirene ..........29 Voorwoord .................. 2 5.7. Accessoires ..............30 Inleiding ..................2 5.8. Draadloze testbox ............30 Inhoudsopgave ................3 Veiligheidstips ............. 31 Voorbeeld voor de beveiliging van een Opmerkingen over aansluit- en eengezinswoning ..............
Pagina 4
12.3. Melder wordt al gebruikt ..........45 15.3. Ingangsvertraging van het deelgebied ......67 12.4. Allemaal wissen ............45 15.4. Interne activering van het deelgebied ......67 12.5. Zone 01 melder handmatig toevoegen ....... 46 15.5. Gedrag van de I/U-zones bij interne activering ... 67 12.6.
Pagina 6
Info ................93 Inbouw van bijkomende modules ....... 94 Plaatsen van de ISDN-module ........95 Plaatsen van de GSM-module ........95 Plaatsen van de ethernetmodule ........ 96 Plaatsen van de GPRS-module ......... 96 Afsluitende werkzaamheden ........97 Goedkeuring van de modules ........97 USB-aansluiting en programmering ......
1. Voorbeeld voor de beveiliging van een eengezinswoning Dit voorbeeld dient voor een beter begrip van de beveiliging van een eengezinswoning. ‐ om uw eengezinswoning zo te beveiligen dat u bij een geactiveerde installatie in het huis kunt bewegen (buitenbeveiliging) ‐...
2.1. 230 V ∼ 50 Hz netaansluiting 2. Installeren van de installatie De volgende pagina’s tonen u een basisprogrammering. Stap voor stap voor de belangrijkste punten van de installatie Secvest 2WAY Trekontlasting eruit halen en de netkabel beveiligen. Monteer de centrale Secvest 2WAY 230 volt ∼...
Codering „U bevindt zich in het programmeermenu.” TAE N-stekker Kies het menupunt Melder. Kies Melder toev./verw. Kies de zone 01. Bruin Roze Grijs Nu wordt u gevraagd om het sabotagecontact te activeren. PSTN Aansluiting van de Secvest 2WAY...
Bij de rookmelder drukt u op de controletoets zolang (ca. 10 sec.) het alarmsignaal De letters en tekens voert u met behulp van het bedieningspaneel in. weerklinkt. Bij de openingsmelder het wandlostrekcontact. De toetsen betekenen: Het display van de Secvest bevestigt het inlezen met de tekst: Melder ingelezen op: Controletoets Wandlostrekcontact IR LED op...
3.2. Controleren van de reikwijdte van de melders 3.3. Controleren van de signaalsterkte van de melders De test van de meldersignaalsterkte wordt analoog met de looptest uitgevoerd. De weergegeven signaalsterkte komt overeen met het ontvangstvermogen van het laatst ontvangen signaal van deze melder. U moet een signaalsterkte hoger dan de waarde 3 hebben om een draadloze communicatie tot stand te brengen.
Lees de centrale in de infomodules in. 3.4. Infomodule installeren en inlezen In het programmeermenu: In het voorbeeld is het huis in 4 deelgebieden onderverdeeld, u wilt dat de status van elk deelgebied op elke verdieping weergegeven wordt. Elk deelgebied kan afzonderlijk geactiveerd of gedeactiveerd worden.
3.5. Toegang tot de centrale Om bij het verlaten (uitg. vertr.) of bij het terugkeren (ing. vertr.) niet zelf een alarm te activeren, moet u een vertragingstijd voor de toegang tot de centrale in het deelgebied 01 instellen. Hievoor gaat u naar het programmeermenu en stelt u onder het menupunt deelgebieden de uitgangs- of de ingangsvertraging in.
3.6. Intern actief U wilt zich in uw object vrij bewegen en u wilt een beveiliging tegen het indringen van buiten. U configureert de melders zodanig dat u een zogenaamde buitenbewaking creëert. Wijzig nu Int. bewaakt in Ja. De Eigenschap intern bewaakt wordt met de D weergegeven. U krijgt nu bij het activeren naast Alles activeren de optie Intern activeren.
3.7. Alarmmelding telefonisch doorgeven (SPRAAK KIEZER) U wilt bij een alarm via de telefoon geïnformeerd worden. Ga naar het programmeermenu en kies het menupunt Ingebouwde microfoon Ingebouwde microfoon „Communicatie”. In het programmeermenu: Uw opname moet de volgende informatie bevatten: Kies het menupunt 3. SPRAAK KIEZER Wie belt op: In het SPRAAK KIEZER-menu: „Inbraak meldingsinstallatie van de familie Voorbeeldnaam”...
Pagina 21
Voer nu max. 4 telefoonnummers en namen in het telefoonboek in die in Gebeurtenissenlijst desbetreffende geval opgeroepen moeten worden. De volgorde van de oproepen start met het oproepnr.: 01 daarna wordt Gebeurtenis Veroorzaakt door het opr.nr.: 02 tot het follow me telefoonnummer. Geen Gebeurtenissen veroorzaken geen bericht In het SPRAAK KIEZER-menu:...
3.8. Andere personen informeren 3.9. Signaalgever Om een manipulatie van de sirene te voorkomen, moet ze In het SPRAAK KIEZER-menu: buiten handbereik (minimaal 3 meter montagehoogte) worden gemonteerd. Neem a.u.b. ook de plaatselijke, wettelijke bepalingen in acht. In sommige Europese landen is het gebruik van sirenes buiten verboden of de maximale alarmduur is gereduceerd.
Kies nu de ingelezen ext. sirene. Werd de sirene ingelezen, dan piept de draadloze centrale ter bevestiging twee keer. U krijgt de melding dat de sirene toegevoegd werd en u krijgt de waarde voor de ontvangen signaalsterkte. Moet de ext. sirene geactiveerd worden als het overeenkomstige deelgebied een lokaal of extern alarm activeert, dan moet het deelgebied op Ja gezet zijn.
Pagina 24
U bevindt zich nu in het bedienermenu (administrator). Bedienermenu Kies het menupunt "Gebruiker” Voer nu voor uw gast Jogi een toegangscode in. U hebt een gast (Jogi) die zich alleen op de benedenverdieping mag bevinden. Voer nu een gebruikersnaam in. Bevestig de toegangscode door de code te herhalen.
Pagina 25
Wilt u geen afstandsbediening inlezen, bevestig dan met Geen afstands... Wilt u geen noodoproep inlezen, bevestig dan met Geen nood-… Wilt u geen overvalzender inlezen, bevestig dan met Geen OV-Z. Met deze indicatie is de gebruiker aangemaakt. Nu kunt u andere gebruikers toevoegen.
4. Inhoud van de levering Installatie-Instructies Chipsleutel CD-downloader Gebruiksaanwijzing Sleutelring Draadloze alarmcentrale Secvest 4 2 x behuizingsschroeven 2 x schroeven 2 x 4,7 kΩ 8 x doorbraakadapters 2 x 2,2 kΩ 6 x NiMH accu R6 AA 3 x pluggen (trekontlasting) 3 x schroeven 1,2 V / 2000 mAh...
5.7. Accessoires 12 V / 1 A inbouwnetadapter 6 V noodstroomaccu voor de inbouw in 55 mm voor de universele module 12 V / 1 A netadapter FU3821 FU3822 inbouwschakelaardozen TVAC35200 5.8. Draadloze testbox 868 MHz draadloze testbox Pc-kabel FU3801 FU3810...
6. Veiligheidstips WAARSCHUWING Opgelet BELANGRIJKE INFO Ter voorkoming van branden en verwondingen neemt Algemeen over de inbraakalarminstallatie Neem a.u.b. de volgende voorzorgsmaatregelen in u a.u.b. de volgende opmerkingen in acht: acht, zodat uw apparaat altijd goed functioneert: • De centrale wordt via de reeds ingebouwde voeding •...
7. Opmerkingen over aansluit- en uitbreidingsmogelijkheden Kenmerken van de installatie: • De draadloze alarmcentrale is het basisapparaat van een 48 vrij programmeerbare draadloze zones, daarvan kan elke zone o.a. als volgt elektronisch veiligheidssysteem voor het beveiligen van uw geprogrammeerd worden: Onmiddellijk, in/uitgang, ing. volgend, 24 uur, vuur, eigendom (bijv.: voor woning, huis, garage, winkels, enz.).
8. Opmerkingen over het veiligheidssysteem 8.2. Aansluitingen in het bovenste deel van de centrale Waarschuwing i.v.m. hoogfrequente straling: De volgende afbeelding toont de aansluitingen in het bovenste deel van de centrale: De grenswaarde van de uitgezonden hoogfrequente signalen van dit component ligt onder de Europese grenswaarde, die als onschadelijk geldt.
8.3. Aansluitingen in de bodemplaat van de centrale 8.5. Montage van de bodemplaat De volgende afbeelding toont de aansluitingen in de bodemplaat van de centrale: Monteer nu, zoals in de afbeelding getoond, de bodemplaat op de muur. Let erop dat u de centrale op een plaats monteert, die aan de achterkant niet door metalen lagen afgeschermd is.
8.6. Aansluiting van de centrale op 230 V netspanning 8.7. Aansluiting van snoergebonden melders (optioneel) De aansluiting van de centrale op het 230 V AC net valt onder de voor het land Wilt u op de draadloze centrale ook snoergebonden componenten aansluiten, dan specifieke bepalingen.
8.8. Aansluiting van de analoge telefoonaansluiting 8.10. Plaatsen van de accu’s voor de noodstroomvoorziening De uitleg over de aansluiting van de ISDN/GSM/ethernet/GPRS-module vindt u in Plaats de 6 accu’s met de juiste polariteit in het daarvoor bestemde batterijvakje. hoofdstuk 11 van deze handleiding. De analoge telefoonaansluiting verricht u zoals Vervang de accu’s uiterlijk om de twee jaar door accu’s van dezelfde soort.
8.11. Sluiten van de centrale 8.13. Afsluitende werkzaamheden Steek het bovenste deel van de centrale in de bodemplaat. Vergeet niet de Alle aansluitwerkzaamheden zijn nu afgesloten en de draadloze centrale is klaar verbindingskabel van de bodemplaat met de centrale te verbinden. Controleer voor het programmeren.
9. Verklaring van de begrippen Voor de eigenlijke programmering van de centrale moet u eerst een overzicht over de gebruikte begrippen krijgen. U krijgt eerst een verklaring van de mogelijke zonetypen en de toegewezen eigenschappen. 24 UUR ZONE Deze zone activeert altijd een onmiddellijk alarm. Met een gedeactiveerde draadloze Een melder wordt zone genoemd als deze in de draadloze alarmcentrale ingelezen alarmcentrale vindt de alarmering eerst via de geïntegreerde zoemer in de centrale plaats.
Pagina 39
SLEUTELKASTJE STIL ALARM Deze zone wordt voornamelijk in Scandinavië gebruikt. Als deze zone geopend Bij een stil alarm volgt geen activering van de aangesloten akoestische en optische wordt, wordt deze gebeurtenis in het geheugen van de inbraakalarminstallatie signaalgevers. Er vindt uitsluitend een overdracht via een opgeslagen.
10. Overzicht van de centrale 1 - Chipsleutel leesbereik 2 - Grafisch display Display met meerdere regels 3 - Geïntegreerde sirene 4 - Toets om te activeren 5 - Toets om te deactiveren 6 – Controletoetsen 7 - Alarmtoetsen van het bedieningspaneel voor overval, vuur, med.
Pagina 41
De grafische weergave informeert u over alle gebeurtenissen op de draadloze alarmcentrale. Hieronder krijgt u een overzicht van de verschillende weergaven op het display en hun betekenis: De vier zwarte balken symboliseren Dit teken wordt weergegeven als een de vier individuele deelgebieden van spraakbericht voorhanden is die beluisterd de draadloze alarminstallatie.
11. Programmeermenu 11.1. Eerste stappen in het programmeermenu Vanuit het programmeermenu gaat u als volgt te werk: In het programmeermenu wordt de draadloze alarmcentrale geconfigureerd. Bevindt u zich in de bedienermodus, dan moet u eerst naar het programmeermenu Er zijn twee mogelijkheden om de draadloze alarmcentrale te programmeren: gaan.
Functie Betekenis IP-netwerk IP-instellingen configureren Auto inlezen Heeft u dit punt gekozen, dan kunt u nu door uw object lopen en na elkaar de afzonderlijke draadloze melders activeren (sabotagecontact activeren). De melder stuurt Download Download-instellingen configureren een inleesbericht en de centrale slaat nu automatisch na elkaar ontvangen inlogberichten...
Werd een melder met succes ingelezen, dan toont de centrale het symbool naast het zonenummer. Uit de installateursmodus: Op deze weergave ziet u op welke zone de melder ingelezen werd, welk zonetype voor deze melder geprogrammeerd werd, in welk deelgebied de melder bewaakt is en welke aanvullende zone-eigenschappen aanwezig zijn.
Er zijn melders die geen sabotagecontact bezitten (bijv. rookmelder) en dus u alleen de alarmmelding (A) zenden. Hier blijft de weergave met het aantal te testen zones zonder sabotagecontact bestaan. Wilt u de melder en de zone-informatie wissen, kies dan het menupunt Zone wissen en bevestig met Volgende.
Kies het menupunt Alles wissen. Nu wordt u gevraagd om het sabotagecontact te activeren. Bijv. bewegingsmelder Sabotagecontact Bevestig het wissen met Ja. (wandlostrekcontact) 12.5. Zone 01 melder handmatig toevoegen Uit de installateursmodus: Weergave van de Kies het menupunt Melder toev./verw. signaalsterkte De melder werd met succes ingelezen.
12.6. Melder (zone) bewerken Uit de installateursmodus: Kies het menupunt Zone bewerken Kies het menupunt Naam. De melder geeft zijn standaardinstellingen na het inlezen automatisch aan de centrale door. U kunt deze instelling altijd wijzigen. Wis de vooringestelde naam (Zone 01) en geef een ondubbelzinnige naam voor de zone met max.
12.8. Zonetype selecteren INGANG VOLGEND Deze zone activeert geen alarm als eerder een in-/uitgangszone de U kunt hier het vooringestelde zonetype wijzigen, neem de beschrijving van de ingangsvertragingstijd geactiveerd is. Er volgt een onmiddellijk alarm als er eerder zonetypes in dit hoofdstuk in acht. geen ingangsvertraging werd geactiveerd.
SLEUTELSCHAKELAAR Lees een sleutelschakelaar (impuls) op de draadloze alarmcentrale in. Een verandering van deze zone verandert de toestand van de alarmcentrale van actief naar uitgeschakeld, of uitgeschakeld naar actief (na afloop van de vertragingstijd). BLOKSLOT Op de inbraakalarminstallatie kan een sleutelschakelaar (duur) aangesloten worden. Een verandering van deze zone verandert de toestand van de alarmcentrale van actief naar uitgeschakeld, of uitgeschakeld naar actief (na afloop van de vertragingstijd).
12.10. Zone-eigenschap kiezen De functie Meldertest moet alleen ingesteld worden als een melder de neiging heeft om foutalarmen te activeren. Deze functie werkt automatisch. Voor het testen van de reikwijdte van de melder gebruikt u de functie „looptest” en activeert u niet de meldertest, omdat deze functie ervoor zorgt dat de melder geen alarm in actieve toestand van de draadloze alarminstallatie activeert, maar een melding in het geheugen opslaat.
13. Uitgangen Het regelapparaat bevat 34 uitgangen. De eerste twee uitgangen O/P1 en O/P2 zijn draaduitgangen. Uitgangen 3 tot 34 zijn draadloze uitgangen, die staan via een universele module FU8210 ter beschikking. Kies Uitgang toevoegen. Kies de (DRAADGEBONDEN) uitgang01. Schakeluitgang O/P1, O/P2: spanningvrije, eenpolige relaiscontacten DC: 24 V / 1 A AC: 120 V / 0,5 A...
De toetsen betekenen: 13.2. Uitgangen bewerken Door nogmaals op de toets te drukken, kunnen de letters resp. tekens gekozen worden. De cursor springt na ca. 2 seconden op de volgende positie. Uit de installateursmodus: Kies het menupunt Uitgang bewerken Bewerk nu de uitgang 01. Bevestig de wijziging met OK.
Pagina 53
Zone volgend Deze uitgang volgt de toestand van een zone. Heeft u dit Type Betekenis type gekozen, dan krijgt u een overzicht van de zones. Niet in gebruik Deze uitgang is niet in werking en wordt op geen enkel Kies een overeenkomstige zone uit. tijdstip geactiveerd.
13.5. Voorbeelden voor het uitgangstype handmatig: Hebt u het uitgangstype Handmatig gekozen en hebt u de tijden ingevoerd, dan kunt u de zo geprogrammeerde uitgang nu met een bedrade ingang (geprogrammeerd als type blokslot) bedraden. U kunt de centrale op een bepaald moment automatisch activeren of deactiveren.
13.7. (UVM) Uitgangen Uit de installateursmodus: Kies het menupunt Uitgang bewerken Geef een nieuwe naam en beëindig de invoer met OK. Nadat u de UVM als draadloze zender / ontvanger (functie 3) ingelezen hebt, kunt u de (UVM) draadloze uitgangen bewerken. Houd er rekening mee dat de spanningvrije uitgangen aan de UVM met max.
Niet-actief impuls Deze uitgang wordt ca. 1 seconde na het deactiveren van 14. Andere componenten de draadloze alarmcentrale en bij een overval of vuuralarm geactiveerd. Onder dit menupunt kunt u de volgende componenten toevoegen: Alles geactiveerd Deze uitgang wordt maar ca. 10 seconden na het geslaagde activeren van de draadloze alarmcentrale geactiveerd.
14.1. Externe sirene Werd de sirene ingelezen, dan piept de draadloze centrale ter bevestiging twee keer. U krijgt de melding dat de sirene toegevoegd werd en u krijgt de waarde voor de Uit de installateursmodus: ontvangen signaalsterkte. Kies de Ext. sirene Verlaat deze weergave met Terug.
Moet de ext. sirene geactiveerd worden als het overeenkomstige deelgebied een Heeft de ontvanger twee keer gepiept, dan werd het inleesbericht op de ontvanger op lokaal of extern alarm activeert, dan moet het deelgebied op Ja gezet zijn. de juiste wijze ontvangen. Beëindig het inlezen door op Ja te drukken. Om de invoer af te breken Nee.
De draadloze centrale wijzigt de instelling in Aan als u de identiteit van de draadloze 14.3. UVM toevoegen centrale in een infomodule ingelezen hebt. Houd er rekening mee dat bij elke UVM gereserveerde uitgangen en 14.2.2. Klaar LED zones gegeven worden. Zie tabel gereserveerde UVM uitgangen / zones.
Pagina 60
Kies de betreffende universele module (UVM). In het totaal kunnen acht universele modules ingelezen worden. Kies UVM 1. Kies nu bijv. UVM 1. Bij het inlezen van de universele module geeft deze ook de programmering ervan Activeer nu het sabotagecontact van de UVM. door, zodat u in het punt UVM informatie kunt zien, in welke functie de universele module ingelezen werd.
14.3.1. UVM als radiorepeater 14.3.4. UVM als sirenemodule UVM functie 1 UVM functie 4 Is de universele module met radiorepeaterfunctie ingelezen, dan moet u bovendien de Heeft u de UVM als sirenemodule geconfigureerd, dan ziet u vervolgens een weergave draadloze melders waarvan het signaal via deze module doorgegeven moet worden in waarin u moet configureren, voor welk deelgebied de sirene geactiveerd moet worden.
Activeer het sabotagecontact van het draadloze bedieningselement (zie handleiding Kies de functie uit de tabel en wijs deze functie aan de toets van het draadloze draadloos bedieningselement). Werd het draadloze bedieningselement ingelezen, bedieningselement toe. Bevestig uw keuze door op Selecteer te drukken. dan piept de draadloze centrale ter bevestiging twee keer.
14.4.2. Draadloos bedieningselement met nieuwe functie 14.4.3. Uitgangen schakelen Via het draadloze bedieningsdeel Het draadloze bedieningselement kan ook buiten (IP54) gebruikt worden. U kunt met de functie „Onmiddellijk” de alarmcentrale zonder uitgangs- U hebt de mogelijkheid om uitgangen via het bedieningsdeel of de vertraging na het invoeren van de gebruikerscode activeren.
Pagina 64
Programmeer nu de functietoets F3 van het draadloze bedieningsdeel. Draadloos BDE (1) F3 (DRAAD)uitgang 01 (DRAAD)uitgang 02 Ga naar het programmeermenu. (draadloze)uitgang 03 (draadloze)uitgang 04 ANDERE COMPONENTEN PROGRAMMEERMENU Ext. sirene Wijz. componenten Kiezen Terug Infomodule/int. sirene Draadloos bedieningselement Kies nu de (DRAAD)uitgang 01 Kiezen Terug Kiezen...
Pagina 65
Via de afstandsbediening Uitg.nummer AB01,T4:Gebr. 01 Programmeer nu aan de afstandsbediening de dubbele pijltoets (DRAAD)uitgang 02... Intern activeren Uitg.nummer Kiezen Terug Kiezen Terug Kies de (DRAAD)uitgang... (DRAAD) UITGANG 1 Ga als administrator naar het gebruikersmenu. Omschakelen MENU SYSTEEMOPTIES Sys.-optie Datum&Tijd Impuls Uitg.
I/U als Gedrag van de in/uitgangszone bij interne activering. U kunt 15. Deelgebieden kiezen uit: I/U als I/U – de in/uitgangszone behoudt ook bij interne Uit de installateursmodus: activering de eigenschap in/uitgang I/U als OM – de in/uitgangszone verandert haar eigenschap bij interne activering in de eigenschap onmiddellijk IV als...
15.2. Uitgangsvertraging van het deelgebied 15.4. Interne activering van het deelgebied Heeft u de uitgangsmodus voor het deelgebied ingevoerd, dan moet u voor het geval: Elk deelgebied kan individueel ook intern geactiveerd worden. Dat betekent, dat u zich uitgangsmodus = tijd of in het gebouw kunt bevinden, zonder de rondom-beveiliging te verliezen.
Sirenevertraging Voor de instelling van de duur van de sirenevertraging. Gedrag van de actief-bevestiging. U kunt kiezen uit: Sireneduur Voor de instelling van de sireneduur. UIT – Na activering (niet intern) van de alarminstallatie, volgt geen visuele Vertr. bij ingangsalarm Voor de instelling van de vertragingstijd bij het bevestiging aan de buitensirene.
Noodoproeptoets Activeer voor de gebruiker de toets medische 16.3. Taal kiezen noodoproep op het bedieningspaneel. Snel actief Maakt voor de gebruiker de activering van de centrale Kies de betreffende taal. zonder gebruikerscode mogelijk. 16.2. Toegang op afstand / afstandsbediening via telefoon 16.4.
16.6. Deactiveren bij vertraging Kies of het deactiveren van de alarminstallatie via de afstandsbediening alleen mogelijk is als voordien de vertragingstijd gestart werd (activeren in-/uitgangszone). Is de functie gedeactiveerd, dan kan het systeem ook gedeactiveerd worden als de vertragingstijd niet loopt. Functie Betekenis Landinstelling...
16.9. Sirenevertraging Kies of bij het activeren van een lokaal of extern alarm de sirene onmiddellijk moet Als deze optie geactiveerd is, verhindert de draadloze centrale dat de starten of pas na de gekozen vertragingstijd. gebruiker de installatie activeert als een melder meer dan 15 minuten lang contact met de draadloze centrale verloren heeft.
16.13. Stoorsignalen 16.16. Geforceerd inschakelen Kies of het alarmsysteem bij het detecteren van stoorsignalen een waarschuwing op het display moet geven. Als de functie geactiveerd is, dan wordt bij het herkennen van stoorsignalen een waarschuwing op het display weergegeven. Kies het punt Aan, zo worden de zones met het zoneattribuut „Z”, voor zover ze geopend zijn, bij het activeren van het alarmsysteem of van een deelgebied automatisch verborgen.
Bij een ingebouwde GPRS-module bevat het menu de volgende opties: 17. IP-netwerk IP adres Als u een ethernetmodule of een GPRS-module aangebracht hebt, kunt u met dit Vrij laten of voer het eigen IP-adres van de draadloze centrale in. Het IP-adres bestaat menu aan de draadloze centrale een eigen IP-adres (internetprotocol) toewijzen die bij uit vier groepen.
18.1. ID naam 18. Downloadinstellingen Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun eigenschap vindt u in de tabel. Kies download. Zolang er geen ID-naam door de software ingevoerd werd, wordt hier niets weergegeven. 18.2. Soort verbinding Kies of de verbinding tussen PC en draadloze centrale via een telefoonverbinding (op Functie Betekenis...
18.3. Aantal oproepen 18.5. Toegangsmodus Selecteer welke functie voor de toegangsmodus van het onderhoud op afstand per Kies wanneer de draadloze centrale een oproep beantwoordt. Om het aantal oproepen datacommunicatie gebruikt wordt, zie tabel. te kiezen, drukt u op Selecteer. Functie Betekenis Geen aannemen van de...
18.7. IP-netwerk 18.9. Modemsnelheid Als in de draadloze centrale een ethernetmodule aangebracht is, is het mogelijk dat de Kies met welke baud rate (bps) de datacommunicatie loopt. Kies de instelling Auto, als downloader gebruik makende van het internetprotocol met de draadloze centrale u niet zeker weet, met welke baud rate uw modem werkt.
19.1. ALARMEN Functie Betekenis Gedeactiveerd De alarmmeldingen worden niet aan een centrale Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun doorgegeven. eigenschap vindt u in de tabel. Afzonderlijk De draadloze centrale geeft alarmmeldingen aan het eerste telefoonnummer in het telefoonboek door en geeft daar de eerste klanten-ID ter identificatie.
19.5. IP-netwerk IP-adres voor alarmmelding Als u een ethernetmodule aangebracht hebt, kan de draadloze centrale alarmgebeurtenissen via het internet aan een geschikte ontvanger melden. Er zijn twee soorten ontvangers: een IRIS Polling Engine of een speciale toepassing die op de pc van een meldkamer loopt. U moet voor elk type ontvanger afzonderlijke IP- adressen opslaan.
19.7. Protocol Netfout (zie aanwijzing 3) Sabotagealarm Niet actief (zie aanwijzing 1) Kies welk protocol u voor het digitaal doorgeven van de alarmen aan de centrale wilt Actief (zie aanwijzing 1) gebruiken. Meestal deelt de centrale u het overeenkomstige protocol mee. Blokkeren, zone verborgen (zie aanwijzing 2) De beschikbare protocoltypes zijn de volgende: Medisch alarm...
Reset 19.10. SIA report Batterijfout Batterijfout OK Kies het level van de transmissie. Welke gebeurtenissen voor het protocol SIA 1 Batterij ontbreekt doorgegeven worden, vindt u in de volgende tabel terug. Batterij ontbreekt OK ISDN/GSM-fout ISDN/GSM-fout OK PSTN fout PSTN fout OK Jamming Supervisiefout Supervisiefout OK...
Sabotage deksel 19.11. SIA Report gereed Sabotage deksel OK Sabotage ext. sirene Kies of ook een herstellen van een functie (sluiten van een alarmzone, verhelpen van Sabotage ext. sirene OK de storing) aan de centrale moet worden doorgegeven. Is de functie gedeactiveerd, Sabotage sensor dan worden er alleen storingen of alarmen aan de centrale doorgegeven, maar niet het Sabotage sensor OK...
19.13. Testoproep onmiddellijk Gelieve er rekening mee te houden dat de draadloze centrale willkeurig tot 16 minuten bij de door u opgegeven tijd telt of ervan aftrekt. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de meldkamer niet door een vloed van testoproepen van installaties overstelpt wordt, die Gebruik deze optie zodat de draadloze centrale onmiddellijk een testoproep start.
19.19. Noodoproep 19.20. Oproepmodus Deze instelling moet alleen bij een transmissie aan een nooddienst met Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun digitaal protocol gekozen worden. Voor spraakteksttransmissies kiest u eigenschap vindt u in de onderstaande tabel. het volgende menupunt SPRAAK KIEZER configureren.
19.22. Telefoonboek (noodoproep) 19.24. Protocol Selecteer welk telefoonnummer u wilt wijzigen. Kies een protocol. Een overzicht van de verschillende protocollen en hun eigenschap Voer het terugbelnummer van de centrale in, dat u voor het doorgeven van het vindt u in de onderstaande tabel. overeenkomstige protocol heeft gekregen.
Deze oproep beëindigen DTMF „5” 19.25. Doorgeven bevestigen Eigen bericht en alarmmelding afspelen DTMF „3” Alle oproepen uitschakelen DTMF „9” Kies of het doorgeven van het alarm van de medische noodoproep door de ontvanger door indrukken van de DTMF-toets „5” bevestigd moet worden of niet. Is de functie Kies de betreffende functie.
Kies het menupunt Gebeurtenis. 19.29. Berichten Hebt u het punt Gebeurtenis met de toets Selecteer bevestigd, dan krijgt u de Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun volgende grafische weergave: (Gelieve er rekening mee te houden dat het eigen eigenschap vindt u in de volgende tabel.
Kies aan welke weergegeven telefoonnummers het gekozen gesproken bericht 19.34. Alarmoproep met spraaktekstmededeling doorgegeven moet worden. Telefoonnummers, die in het geval van de gebeurtenis voor dit gesproken bericht opgebeld moeten worden, moeten met een JA worden Krijgt u een alarmoproep met spraaktekstmededeling, dan kan het soms enkele gemarkeerd.
Berichten Invoer van de tekstberichten via het bedieningspaneel. 19.39. Telefoonboek Telefoonboek Noteren van de op te roepen doelnummers voor het doorgeven van SMS. Voer de op te bellen telefoonnummers in. SMS-gebeurtenis Toewijzing van het SMS bericht bij één of meerdere De draadloze centrale zendt gebeurtenissen.
19.42. Doelen Kies een bericht waaraan u een of meerdere telefoonnumemrs wilt toewijzen. Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun eigenschap vindt u in de volgende tabel. Functie Betekenis Protocol Kies het protocol dat door het SMS service center Heeft u een bericht gekozen, dan krijgt u een overzicht van de telefoonnummers, die u opgegeven werd.
19.43. Telefoonstoring 20. Noodoproep Met dit menu kunt u de installatie programmeren, zodat de installatie ofwel met Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun akoestische of stille alarmen reageert als de draadloze centrale een fout aan één van eigenschap vindt u in de onderstaande tabel.
Bedieningspaneel Test de invoerfunctie van het bedieningsveld. 20.2. Controle-interval Looptest Overloop elke ingelezen melder en test hiermee de functie ervan. Meldersignaal Test de signaalsterkte van de ingelezen melders. Ext. sirene Test de signaalsterkte van de externe sirene. Test de signaalsterkte van de universele modules. Draadloos Test de signaalsterkte van de draadloze bedieningselement...
21.2. Testen van de luidspreker 21.4. Looptest Op het display verschijnt een lijst met alle melders die aan de installatie ingelezen zijn. Activeer de luidspreker door onder de weergave op Aan/stop te drukken. Hebt u de weergave Aan/stop bevestigd, wordt de luidspreker geactiveerd. U moet nu de spraakteksten horen.
21.9. Uitgangen 22. Geheugen uitlezen De lijst van de geheugenweergaven vindt u in de gebruiksaanwijzing. Op het display verschijnt een lijst met de uitgangen die aan de installatie geïnstalleerd werden. Kies de uitgang die u wilt testen. Druk op KLAAR om de test te beëindigen. Als u de test beëindigd hebt, controleer dan of de uitgang nog de status heeft die hij moet hebben.
Draai het bovendeel om en verwijder de vier schroeven (1) op de onderkant van het 24. Inbouw van bijkomende modules bovendeel. Let er bovendien op dat u ook de kabels van de luidspreker en van de accuvoeding (2) verwijdert. Om de ISDN/GSM/ethernet/GPRS-module in de centrale te plaatsen, moet de centrale eerst stroomloos geschakeld worden.
25. Plaatsen van de ISDN-module 26. Plaatsen van de GSM-module Plaats nu de ISDN-module voorzichtig en precies passend in de sokkel voor de ISDN- Voordat u de GSM-module plaatst, plaatst u een SIM-kaartje in de GSM-module. module. Let erop dat alle sokkelvoetjes goed in de sokkelhouder verankerd zijn. Geschikt zijn alle SIM-kaarten waarvan de PIN-code uitschakelbaar is of waarvan OPMERKING: De ISDN-module ondersteunt geen invoer van msn-nummers.
27. Plaatsen van de ethernetmodule 28. Plaatsen van de GPRS-module Plaats nu de ethernetmodule voorzichtig en precies passend in de sokkel voor de module. Let erop dat alle sokkelvoetjes goed in de sokkelhouder verankerd zijn. Voordat u de GPRS-module plaatst, plaatst u een SIM-kaartje in de GPRS-module. Geschikt zijn alle SIM-kaarten die deze dienst ondersteunen, waarvan de PIN-code uitschakelbaar is of waarvan de SIM PIN vooraf in 0000 gewijzigd werd.
29. Afsluitende werkzaamheden Klap nu het bovendeel open, trek echter daarbij dit keer niet de aansluitkabel tussen bodemplaat los, maar steek het ene einde van de USB-kabel in de USB-aansluiting (1) van de centrale. Ter afsluiting van de werkzaamheden, steekt u de sirenestekker van de sirene van het deksel van het bovendeel weer op de printplaat en zet de veer van het sabotagecontact er weer in.
31.2. Programmering Gedrag van de centrale bij stroomuitval Voor het programmeren van het systeem installeert u het downloadprogramma van de In gedeactiveerde toestand verschijnt na enkele minuten een bijgevoegde software-CD. De actuele versie van dit programma krijgt u ook in het mededeling op het display van de centrale.
Communicatie Dit product is voor het gebruik in installaties geschikt, die zo geconstrueerd werden dat Dit product kan aan een analoge telefoonaansluiting (PSTN) of een analoge ze aan de vereisten van PD 6662: 2004 van de klasse 2X en milieuklasse II voldoen. nevenaansluiting aangesloten worden.
Pagina 100
Een stoorzender maakt de normale ontvangst van een Verband der Schadensversicherer (Duits, verbond van draadloos uitgezonden signaal via elektromagnetische golven verzekeraars) mogelijk of onmogelijk. De stoorzender stuurt, net zoals de Legt richtlijnen voor verschillende veiligheidsniveaus vast Jamming gestoorde zender, energie uit in de vorm van VDS-A voor privéomgeving elektromagnetische golven en stoort de oorspronkelijke VDS-B voor zakelijke omgeving...
Pagina 101
Aanvullingen op handleiding (NL) Secvest 2WAY FU8000 S/W ≥ 5.04.22 A1 -...
Met de nieuwe Software Release van de Secvest 2WAY hebben we sequenties geoptimaliseerd en de functieomvang uitgebreid. De vernieuwingen vindt u in deze aanvulling op de installatie- en bedieningshandleiding.
3. Nieuwe menupunten in het installateursmenu 3.1. Secvest Key 2WAY draadloze cilinder, artikelnr. FU59xx Installateursmenu Andere apparaten Secvest Key Key toev./verw. Key bewerken • Toevoegen en verwijderen Er kunnen maximaal 4 Secvest Key 2WAY draadloze cilinders worden ingeleerd. Installateursmenu Andere apparaten Secvest Key Key toev./verw.
Secvest Key 2WAY juist is ingesteld volgens de deuraanslag. Bij het openen van de deuren verschijnt op het display Secvest 2WAY „Geopend”. Wanneer de knop op de Secvest Key 2WAY draadloze cilinder wordt ingedrukt en de deur daarna wordt gesloten, verschijnt „Gesloten”.
3.3. Sabotagealarm Installateursmenu Systeemopties Uitsch. verst. Sab. • Fabrieksinstelling: Uit • Bij selectie van „Aan” worden ook in de gedeactiveerde toestand van de alarmcentrale sabotagealarmen via de desbetreffende geselecteerde communicatiewijze doorgeleid. Dit betreft de communicatie Alarmen, Spraak kiezer en SMS. 3.4.
Pagina 106
3.5. Klanten-ID voor alarmcommunicatie aan een noodoproepservicecentrale voor medische hulp Installateursmenu Meldingen Zorgoproep Account nummers Account nr. P 1 Account nr. P 2 Account nr. P 3 Account nr. P 4 • „P” voor partitie werd toegevoegd (eerder „Account nr. 1” etc.). •...
4. Wijzigingen in de software 4.1. Zonetype „Onmiddellijk” met FTS-96-E functionaliteit Wanneer de draadloze raambeveiliging FTS 96 E, artikelnr. FU841x, of de draadloze uitbreidingsset voor FTS 96, artikelnr. FU8402 wordt gebruikt, moet het zonetype „Onmiddellijk” in de alarmcentrale worden geprogrammeerd. •...
4.3. Zorgoproep met nieuwe werkwijze • Er is geen alarmannulering met de zorgoproepzender binnen de beveiligingstijd van 30 seconden meer mogelijk. Vroeger werd een alarm geannuleerd door binnen de beveiligingstijd een tweede maal op de knop te drukken. • Annulering van het alarm is alleen nog aan de centrale mogelijk binnen de beveiligingstijd van 30 seconden.
4.4. Melding zonenaam Als deze functie als volgt is geactiveerd Gebruikersmenu Schakel functies Melding zonenaam en zonenamen zijn ingesproken, volgt een aanvullende melding: • bij geopende zone „ Het systeem kan niet inschakelen” + „<Zonenaam>” Bij meerdere open zones wordt de zone met het kleinste zonenummer aanvullend gemeld. •...
Pagina 111
Aanvullingen op handleiding (NL) Secvest 2WAY FU8000 S/W ≥ 5.05.30 A2 -...
Pagina 112
Met de nieuwe Software Release van de Secvest 2WAY hebben we sequenties geoptimaliseerd en de functieomvang uitgebreid. De vernieuwingen vindt u in deze aanvulling op de installatie- en bedieningshandleiding.
3. Nieuwe menupunten in het installateursmenu 3.1. Zonetype „Onmiddellijk” met FTS-96-E functionaliteit Installateursmenu Detectoren Wijzigen zones Opties Uit Sabotage Ja/Nee • Fabrieksinstelling: Nee • Bij het kiezen van „Ja” wordt de sabotagebewaking van de draadloze raambeveiliging FTS 96 E in gedeactiveerde toestand van de alarminstallatie uitgeschakeld.