8
VRAAG DE HULP VAN EEN GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIEN VOOR WERKZAAMHEDEN AAN
ELEKTRISCHE COMPONENTEN (KABELS, MOTOR, DRUKSCHAKELAAR, SCHAKELPANEEL, ENZ.).
FUNCTIE
Lucht lekt uit de klep van de
drukschakelaar.
Minder efficiënte werking,
vaak opstarten. Lage
drukwaarden.
De motor (3) en/of
de compressor raken
regelmatig oververhit.
Na een poging om de
compressor te starten, stopt
de thermische beveiliging
de motor door het forceren
van de motor.
Na een poging om de
compressor te starten, stopt
de thermische beveiliging
de motor door het forceren
van de motor.
PROBLEEMOPLOSSING
FUNCTIE
De terugslagklep werkt niet goed
vanwege slijtage of vuil op de
afdichting.
Afvoerkraan condens (4) geopend.
Rilsan-slang is niet correct in de
drukschakelaar geplaatst.
Hoog verbruik.
Lekkage uit verbindingen en/of
leidingen.
Verstopping van het aanzuigfilter.
De riem slipt.
Onvoldoende ventilatie.
Luchtkanalen sluiten.
Opstarten met de kop van de
compressor onder druk.
Lage temperatuur.
Spanning te laag.
Slecht werkende elektroklep.
Schroef de zeskantige kop van
de terugslagklep los, reinig de
behuizing en de speciale rubberen
schijf (vervang de schijf als deze is
versleten). Monteer weer en draai
voorzichtig vast (zie hoofdstuk
ONDERHOUD).
Sluit de afvoerkraan voor condens.
Steek de Rilsan-slang op de juiste
manier in de drukschakelaar.
Verlaag het gebruik van perslucht.
Vervang de pakkingen.
Reinig/vervang het aanzuigfilter
(Zie hoofdstuk ONDERHOUD).
Controleer de riemspanning.
Verbeter de omgevingscondities.
Controleer en reinig zo nodig het
luchtfilter (10).
Haal de druk van de
compressorkop met behulp van de
drukknop van de drukschakelaar
(5).
Verbeter de omgevingscondities.
Controleer of de netspanning
overeenkomt met de spanning
op het typeplaatje. Verwijder
verlengsnoeren.
Bel het servicecentrum.
139
OPLOSSING
NL