3. Handige functies
1.
Wanneer u de afdrukpositie aan de voorzijde aanpast, dient u 11 vellen papier in de
lade te plaatsen. Plaats 31 vellen bij het aanpassen voor beide zijden
2.
Druk op [Aanpassing] voor "Registratie voorzijde" of "Reg. voor-&achterzijde".
De aanpassing wordt uitgevoerd door 10 vellen af te drukken voor het aanpassen van de
voorzijde of 30 vellen voor het aanpassen van de voor- en achterzijde, en één vel om het
aanpassingsresultaat te bevestigen.
3.
Controleer het aanpassingsresultaat en druk op [Toepas.].
De instelwaarde die het aanpassingsresultaat weergeeft, wordt toegepast.
• Als u alleen de afdrukpositie wilt controleren, plaatst u een vel papier in de lade en drukt
u op [Proefafdruk] onder [Proefafdruk (voorzijde)] of [Proefafdr. (voor- & acht.z.)].
• Als u het aantal af te drukken kopieën wilt wijzigen, moet u de waarde bij 0107
[Afb.positie autom. aanpas.: Aant. afgedr. vellen] onder [Aanpassingsinstellingen voor
operators] wijzigen. Het resultaat van Afbeeldingspositie automatisch aanpassen kan
verslechteren wanneer er een waarde wordt opgegeven die kleiner is dan de
standaardwaarde.
• Pas de afdrukpositie aan met [Afb.positie handm. aanpas.] of [Registratie voor uitlijning
van afbeeldingen op voor-/achterzijde met template] wanneer u de afdrukpositie op
niet-wit aangepast papier aanpast, of als er geen bevredigend aanpassingsresultaat kan
worden verkregen met [Afbeeldingspositie automatisch aanpassen]. Voor meer
informatie over het gebruik van [Registratie voor uitlijning van afbeeldingen op voor-/
achterzijde met template] voor aanpassingen raadpleegt u Pag. 58
"Afbeeldingspositie van beide zijden van het papier aanpassen".
Afb.positie handm. aanpas.
Pas de afdrukpositie handmatig aan op het aangepast papier dat aan de lade is toegewezen.
Voor meer informatie, zie Pag. 239 "Aanpassingsinstellingen voor operators".
Waarde scannen
Voor het verkrijgen van het papiergewicht en de dikte, coatinginformatie en identificatiegegevens
met de Media-ID eenheid.
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer de Media-ID eenheid is aangesloten.
Waarde bijwerken
Voor het verkrijgen van de identificatiegegevens met de Media-ID eenheid.
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer de Media-ID eenheid is aangesloten.
Geavanceerde instellingen
Geef de geavanceerde instellingen voor het papier op.
Uitsluitend de apparaatbeheerder kan deze instellingen opgeven.
56