• Als u inlogt met behulp van het stuurprogramma, hoeft u niet uit te loggen wanneer u klaar
bent.
Inloggen met behulp van Web Image Monitor
Deze sectie beschrijft de procedure voor het inloggen op het apparaat via Web Image Monitor.
1.
Open een internetbrowser.
2.
Voer "http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/" in op de adresbalk.
3.
Klik op [Inloggen].
4.
Voer een Log-in gebruikersnaam en Log-in wachtwoord in en klik dan op [Log-in].
Afhankelijk van de configuratie in uw internetbrowser kunt u de gebruikersnaam en het
wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw internetbrowser zodanig dat
deze informatie niet wordt opgeslagen.
• Voer voor Gebruikerscodeverificatie een Gebruikerscode in het veld [Log-in gebruikersnaam] in en
klik dan op [Inloggen].
• Afhankelijk van de gebruikte internetbrowser kan de procedure verschillen.
Uitloggen met behulp van Web Image Monitor
Deze sectie beschrijft de procedure voor het uitloggen uit het apparaat via Web Image Monitor.
1.
Klik op [Uitloggen].
• Wis het cachegeheugen van een internetbrowser nadat u bent uitgelogd.
Functie voor gebruikersuitsluiting
Dit apparaat beschikt over een functie voor gebruikersuitsluiting.
Als er een aantal keer (dit wordt bepaald door de beheerder) een verkeerd wachtwoord wordt
ingevoerd, dan voorkomt de uitsluitingsfunctie verdere inlogpogingen van gebruikers onder dezelfde
gebruikersnaam.
Zelfs als de uitgesloten gebruiker later het correcte wachtwoord invoert, zal de verificatie mislukken en
zal deze persoon het apparaat niet kunnen gebruiken.
Voor meer informatie over gebruikersuitsluiting, zie de Veiligheidshandleiding.
Inloggen op het apparaat
133