Download Print deze pagina

Ricoh Pro C7200 Handleiding pagina 208

Advertenties

5. Papierspecificaties en papier bijvullen
• Wanneer u transparanten plaatst, controleer dan de voor- en achterkant van de vellen en
plaats ze correct. Anders kan er een storing ontstaan.
• Waaier transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen transparanten
niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
• Verwijder afgedrukte vellen één voor één.
• Bij uitvoer naar de hoge capaciteitstapelaar geeft u de uitvoerlade aan als de bovenste
stapellade. Voor meer informatie, zie Apparaatbeheer.
• Bij het plaatsen van doorzichtig papier:
• Bij het plaatsen van doorzichtig papier moet u altijd papier met een lange structuur gebruiken
en de papierrichting instellen volgens de structuur.
• Doorzichtig papier absorbeert gemakkelijk vocht en gaat krullen. Verwijder de krul in het
doorzichtig papier voordat u het plaatst. Voor meer informatie over het gladstrijken van
omgekruld papier, zie Pag. 265 "0304 Papierkrul in uitvoer corrigeren".
• Verwijder afgedrukte vellen één voor één.
• Bij het plaatsen van gecoat papier:
• Als u glanzend papier gebruikt, selecteert u [Gecoat: Glanzend] of [Gecoat: Hoogglans] als
[Papiertype]. Als u mat papier gebruikt (waaronder zijdepapier, dof en satijnen papier),
selecteer dan [Gecoat: Mat] voor [Papiertype]. Voor meer informatie over de instellingen van
gebruik van gecoat papier met aangepast papier, zie Pag. 36 "Aangepast papier
registreren".
• Wanneer u gecoat of hoogglans papier wilt plaatsen, waaier het papier dan altijd uit voordat
u het plaatst.
• Als zich een papierstoring voordoet of als het apparaat een vreemd geluid maakt bij het
invoeren van meerdere vellen gecoat papier, voer dan de vellen een voor een in.
• Om gecoat papier in de brede bulklade te plaatsen, moet u eerst [Gecoat: Glanzend],
[Gecoat: Mat] of [Gecoat: Hoogglans] als papiertype aangeven en een geschikt
papiergewicht selecteren bij [Papiergewicht].
• Afhankelijk van de kleur van het papier kan de positie van het papier niet correct
gedetecteerd worden, waardoor er een papierstoring ontstaat.
• Als u gebruikmaakt van lichtgekleurd papier, geef dan het papiertype op als [Kleur] in
[Instellingen papierlade].
• Als het gebruik van zwart of donkergekleurd papier of het instellen van het papiertype als
[Kleur] in [Instellingen papierlade] papierstoringen niet oplost, stel het papiertype dan in op
[Zwart].
• Let op het volgende als u doorschrijfpapier gebruikt:
• Doorschrijfpapier kan alleen worden gebruikt als u de brede bulklade met twee laden samen
met Finisher SR5050/SR5060 of Booklet Finisher SR5060/SR5120 voor nabewerking
gebruikt.
206

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro c7200ePro c7200xPro c7210Pro c7210x