2.
Druk op [Gebruikersnaam].
3.
Voer een login gebruikersnaam in.
4.
Druk op [Wachtwoord].
5.
Voer een inlogwachtwoord in.
6.
Druk op [Inloggen].
• Indien de verificatie mislukt, verschijnt het bericht "Kan niet inloggen.". Controleer of de Log-in
gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord correct zijn.
• Als Gebruikerscodeverificatie geactiveerd is, wordt er een ander scherm weergegeven. Zie
Pag. 125 "Gebruikerscodeverificatie via het bedieningspaneel".
Uitloggen met behulp van het bedieningspaneel
In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het uitloggen van het apparaat wanneer
Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie ingesteld is.
• Log altijd uit als u klaar bent met het apparaat om te voorkomen dat onbevoegde personen het
apparaat gebruiken.
Inloggen op het apparaat
127