5. Papierspecificaties en papier bijvullen
3.
Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen.
• Als u Papiergewicht 5 t/m 8, [Gecoat: Glanzend], [Gecoat: Mat], [Gecoat: Hoogglans] of
[Etiketten] in [Instellingen papierlade] selecteert, dan wordt er automatisch lucht tussen de vellen
geblazen om het papier in de grote bulklade met drie laden los te waaieren. Waaier het papier los
voor het plaatsen. Voor meer informatie, zie Pag. 138 "Loswaaieren van het papier".
• U kunt diverse formaten papier in de brede bulklade met drie laden plaatsen door de posities van
de zij- en eindgeleiders te wijzigen. Voor meer informatie, zie Pag. 160 "Het papierformaat in de
brede bulklade met drie laden wijzigen".
• U kunt ook enveloppen plaatsen in de brede bulklade met drie laden. Als u enveloppen plaatst,
moet u ze in de juiste richting plaatsen. Voor meer informatie, zie Pag. 207 "Enveloppen".
Papier in de brede bulklade met twee laden plaatsen
De brede bulklade met twee laden wordt geïdentificeerd als lade 3, lade 4, lade 5, lade 6, lade 7 en
lade 8.
• Controleer of de papierranden aan de linkerzijde zijn uitgelijnd.
• Wanneer u papier met Papiergewicht 7 gebruikt met een grotere convexe krul dan 5 mm of papier
met Papiergewicht 8 met een grotere convexe krul dan 3 mm, kan er een papierstoring optreden
als de hoogte van het gestapelde papier minder dan 4 mm is. Als u papier in een dergelijke staat
wilt gebruiken, plaatst u het papier als volgt in de lade:
• Stel 5 tot 10 meer vellen in dan het aantal vellen dat u wilt afdrukken
• Corrigeer de krulling voordat u het papier plaatst
• Keer het papier om zodat het papier een concave krul heeft.
148
DER075