Systeemconfiguratie
regel OUTPUT ADJUST staat. Indien u
niet in het hoofdmenu bent drukt u op de OSD
toets I om het MAIN AUDIO
SETUP menu op te roepen (Afb. 1), en drukt u
toetsen 6, zodat
vervolgens drie maal op de
¤
de
cursor op het scherm naast de OUTPUT
›
ADJUST regel staat. Druk op de toets SET
(INSTELLEN) 8 om het OUTPUT ADJUST menu
(Afb. 7) op het scherm te laten verschijnen.
*
O U T P U T
A D J U S T
*
F R O N T
L E F T
:
0 d B
C E N T E R
:
0 d B
F R O N T
R I G H T :
0 d B
S U R R
R I G H T
:
0 d B
S U R R
L E F T
:
0 d B
R E T U R N
T O
M E N U
Afbeelding 7
Zodra het menu verschijnt zult een testruis horen
rondgaan in de kamer. Deze testruis gaat van
luidspreker naar luidspreker, met de klok mee. De
testruis zal gedurende twee seconden op elke
luidspreker spelen voordat deze verder rond gaat,
tevens zal er een knipperende cursor op het
scherm, naast de naam van elke luidsprekerloca-
tie, verschijnen wanneer het geluid bij die luid-
spreker is. Draai nu het volume omhoog tot u de
ruis goed kunt horen.
BELANGRIJKE OPMERKING: Omdat deze
testruis een veel lager niveau heeft dan normale
muziek dient u het volume, na de afregeling van
alle kanalen, te verlagen. Het volume dient aan-
gepast te zijn VOOR u terug gaat naar het hoofd-
menu en de testtoon uitgeschakeld wordt.
OPMERKING: dit is een goed moment om na te
gaan of de luidsprekers goed zijn aangesloten.
Luister terwijl de testtoon circuleert, om te con-
troleren of het geluid vanaf de luidsprekerpositie
komt die wordt aangegeven in het hoofdinforma-
tiedisplay. Als het geluid van een luidsprekerloca-
tie NIET overeenstemt met de positie die op het
display verschijnt, zet de AVR 7000 dan uit met
de hoofdschakelaar 1 en controleer de bedra-
ding van de luidspreker om er zeker van te zijn
dat elke luidspreker is aangesloten op de juiste
uitgang.
Nadat u de luidsprekerplaatsing gecontroleerd
heeft, laat u de testruis weer rondgaan en luistert
u om te horen welk kanaal luider klinkt dan de
andere. Met de luidspreker linksvoor als referentie
drukt u op de toetsen Preset Up/Down (Vooraf
ingesteld Omhoog/Omlaag) 9S op de
afstandsbediening om alle luidsprekers op het-
zelfde niveau te brengen. Merk op dat wanneer u
toetsen 6 drukt de testruis op dat
op de
‹
›
/
kanaal zal blijven om u de tijd te geven om de
afregeling te maken. Wanneer u de toets loslaat
begint de ruis, na vijf seconden, weer rond te
gaan. De cursor
›
op het scherm kan ook direct
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
naar de af te regelen luidspreker verplaatst
worden door op de
toetsen 7op de
/
⁄
¤
afstandsbediening te drukken.
Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben.
Merk op dat de regelingen alleen gemaakt dienen
te worden met de toetsen Preset Up/Down
(Vooraf ingesteld Omhoog/Omlaag) 9S op
de afstandsbediening, NIET de hoofdvolume-
regeling.
OPMERKING: het uitgangsniveau van de
subwoofer is niet bijstelbaar met behulp van de
testtoon. Om het niveau van de subwoofer te ver-
anderen, volgt u de stappen voor het bijwerken
van de aanpassing van het uitgangsniveau op
pagina 33.
When all channels have an equal volume level,
the adjustment is complete. Lower the Volume
* V to about -40dB, otherwise the listen-
ing level will be too high as soon as music starts
to play. To exit this menu, press the
6 until the on-screen
cursor is next to the
›
RETURN T O M E N U line, and then press
the Set button 8 to turn the test tone off and
return to the main AUDIO SETUP menu.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volumeniveau
hebben is de afregeling klaar. Verminder het
volume * V tot ongeveer –40dB, anders
zal het luistervolume, wanneer er muziek begint
te spelen, te hoog zijn. Om dit menu te verlaten
toetsen 6 tot de
drukt u op de
/
⁄
¤
op het scherm naast de regel RETURN TO
MENU (TERUG NAAR MENU) staat, en drukt u
op de toets SET (INSTELLEN) 8 om de testtoon
uit te schakelen en terug te keren naar het hoofd-
menu AUDIO SETUP.
De uitgangsniveaus kunnen ook te allen tijde
afgeregeld worden door de afzonderlijke toetsen
en het Semi-OSD systeem te gebruiken. Om op
deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt
u op de Testtoonkeuzetoets Ù4. Vanaf het
moment dat u op de toets drukt begint de test-
toon, zoals eerder beschreven, rond te gaan. Het
juiste kanaal vanwaar u de testtoon dient te
horen wordt aangegeven in het onderste derde
deel van het scherm en op het Main Infor-
mation Display (hoofdinformatie display) W.
Als een additionele aanwijzing wordt het juiste
kanaal, terwijl de testtoon rondgaat, ook aange-
geven door de indicatoren Speaker/Channel
Input (Luidspreker/Kanaalingang) P, door een
knipperende letter in het correcte kanaal. Draai
het Volume *V omhoog tot u de ruis duide-
lijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op de
Keuzeschakelaar op het frontpaneel 5 of op
toetsen 6 tot het gewenste niveau op
de
/
⁄
¤
het display of op het scherm wordt weergegeven.
Zodra u de toetsen loslaat begint de testruis, na
vijf seconden, opnieuw rond te gaan.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, verlaagt u het Volume * V tot
ongeveer –40dB en drukt u op de testtoon
keuzeschakelaar Ù4 om de testtoon uit te
schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJKE OPMERKING: De afregeling van
het uitgangsniveau zal niet gelden voor alle ingan-
gen, maar alleen voor de werkelijk geselecteerde
surround modus. Om ook geldig te zijn voor een
andere modus, selecteert u die modus (met welke
ingang dan ook) en herhaalt u de boven beschre-
ven niveau-afregeling. Dit stelt u in staat om de
niveauverschillen tussen de luidsprekers, die per
surround modus kunnen verschillen, te compense-
ren of om het niveau van bepaalde luidsprekers
opzettelijk te verhogen of te verlagen, e.e.a. afhan-
kelijk van de gekozen surround modus.
OPMERKING: Niveau-afregeling is niet beschik-
baar voor de VMax of Surround Off modi, aange-
zien er geen surround luidsprekers gebruikt wor-
den (en er dus geen niveauverschillen kunnen
buttons
/
⁄
¤
optreden tussen luidsprekers in dezelfde kamer).
Maar om niveauverschillen te compenseren tussen
stereo, VMax en andere surround modi (onafhan-
kelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgan-
gen afgeregeld worden met de procedure voor
fijnafregeling niveaus, zie pag. 33, ook voor de
Surround Off (Stereo) en VMax modi.
Zodra de, op de vorige pagina, beschreven instellin-
gen zijn gemaakt kan de AVR 7000 gebruikt wor-
den. Hoewel er nog additionele instellingen
cursor
›
gemaakt kunnen worden, kan dit het beste gebeu-
ren nadat u de kans heeft gehad om te luisteren
naar een reeks van bronnen en verschillende soor-
ten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellingen
worden op pag. 35-38 van deze handleiding
beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in
het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Als u nieuwe of andere bronnen of luidsprekers toe-
voegt of indien u een instelling wenst te wijzigen
volgt u gewoon de instructies voor het wijzigen van
de instelling voor die parameter zoals hierboven en
op pag. 35-38 aangegeven. Merk op dat elke wijzi-
ging van een instelling, ook indien uitsluitend
gemaakt met een afzonderlijke toets, in het geheu-
gen van de AVR 7000 opgeslagen zal worden, ook
wanneer deze volledig wordt uitgeschakeld, tenzij
wanneer de AVR 7000 gereset wordt (zie pag. 51).
Deze zullen ofwel afhangen van de gekozen ingang
(Luidsprekerinstelling, analoge/digitale bronkeuze,
surround modus) of van de geselecteerde surround
modus (uitgangsniveau luidsprekers, vertraging) of
onafhankelijk van welke ingang of surround modus
(kantelfrequentie)dan ook, zoals beschreven op de
voorgaande pagina's.
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR 7000 staat u op het punt het beste in
muziek en home theater beluistering te ervaren.
Geniet ervan!