Procedure 2:
1. Laat de pomp van een hijstoestel hangen, zoals
de takel die wordt gebruikt om de pomp in de put
te laten zakken.
2. Schakel de pomp in en uit en bekijk de beweging
(reactie) van de pomp.
3. Als de pomp correct is aangesloten, trekt deze
tegen de klok in. Zie de onderstaande afbeelding.
4. Wanneer de draairichting verkeerd is, wissel dan
twee van de fasen in de voedingskabel om.
Reactierichting
Gerelateerde informatie
5.1 Bedradingschema's
26
6.4 Het product in bedrijf nemen
De pomp mag niet drooglopen.
Als de atmosfeer in de put mogelijk
explosief is, gebruikt u alleen pompen met
Ex-goedkeuring.
Schakel de pomp onmiddellijk uit in geval
van abnormaal geluid of trillingen.
Start de pomp niet opnieuw totdat de
oorzaak van de storing is geïdentificeerd
en verholpen.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringen en controleer dat
de waaier vrij kan draaien. Draai de waaier
handmatig.
2. Controleer de conditie van de olie in de oliekamer.
3. Controleer of de bewakingseenheden, indien
gebruikt, naar behoren werken.
4. Controleer de instelling van de belvormige
niveaumelders, vlotterschakelaars of elektroden.
5. Open de afsluiters, indien deze zijn aangebracht.
Automatische koppeling: Het is belangrijk om
de afdichting van de geleideklauw in te vetten
voordat u de pomp in de put laat zakken.
6. Laat de pomp in de vloeistof zakken en plaats de
zekeringen.
Automatische koppeling: Controleer of de pomp
zich in de juiste positie bevindt op het voetstuk
van de automatische koppeling.
7. Controleer of het systeem is gevuld met vloeistof
en is ontlucht. De pomp ontlucht zichzelf.
8. Schakel de voedingsspanning naar de pomp
in. Wanneer de stroom is ingeschakeld,
start de pomp en pompt deze tot aan het
droogloopniveau. Dit proces kan worden gebruikt
om te controleren of de pomp correct functioneert.
Controleer na één week in bedrijf of na vervanging
van de asafdichting de conditie van de olie in de
kamer.
Gerelateerde informatie
7.3 Olie controleren en verversen
6.5 De pomp resetten
U kunt de pomp resetten door de voedingsspanning
gedurende een minuut uit te schakelen en daarna
weer in te schakelen.