5. Elektrische aansluiting
Controleer of de elektrische aansluiting voldoet aan
de lokale voorschriften.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Sluit de pomp aan op een externe
hoofdschakelaar die zorgt voor
scheiding van alle polen met een
contactscheiding overeenkomstig EN
60204-1.
‐
Het moet mogelijk zijn om de
netschakelaar in positie 0 vast te
zetten. Type en eisen zoals
gespecificeerd in EN 60204-1.
Sluit de pompen aan op een
besturingskast met een
motorbeveiligingsrelais met IEC-
uitschakelklasse 10 of 15.
Pompen die moeten worden opgesteld op
mogelijk explosiegevaarlijke locaties
moeten worden aangesloten op een
besturingskast met een
motorbeveiligingsrelais met IEC-
uitschakelklasse 10.
De permanente opstelling moet worden
voorzien van een aardlekschakelaar.
Zorg dat er ten minste 3 m vrije kabel is
boven het maximale vloeistofniveau.
18
Installeer geen Grundfos regelaars,
pompregelaars, Ex-barrières en het vrije
uiteinde van de voedingskabel in
omgevingen met mogelijk explosiegevaar.
De classificatie van de plek van installatie
moet worden goedgekeurd volgens de
lokale regels.
Zorg er bij explosieveilige pompen voor
dat een externe aardgeleider wordt
aangesloten op de externe aardklem op de
pomp met behulp van een geleider met
een goed vastgemaakte kabelklem. Maak
het oppervlak van de externe aardgeleider
schoon en monteer de kabelklem.
De dwarsdoorsnede van de aardgeleider
moet ten minste 4 mm
type H07 V2-K (PVT 90 °) geel en groen.
Zorg ervoor dat de aarde verbinding
beschermd is tegen corrosie.
Zorg ervoor dat alle beschermende
apparatuur correct is aangesloten.
Vlotterschakelaars die worden gebruikt in
mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen
moeten voor deze toepassing zijn
goedgekeurd. Ze moeten worden
aangesloten op de pompregelaar door een
intrinsiek veilige barrière om een veilig
circuit te waarborgen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Als de voedingskabel beschadigd is,
dient deze door de fabrikant, haar
serviceagent of door ander
gekwalificeerd personeel te worden
vervangen.
Stel de motorbeveiliging in op de nominale
stroom van de pomp. De nominale stroom
staat vermeld op het typeplaatje.
Controleer of de pomp is aangesloten in
overeenstemming met deze installatie- en
bedieningsinstructies.
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld
op het typeplaatje. Voor spanningstolerantie, zie
paragraaf Technische gegevens. Controleer of de
motor geschikt is voor de voedingsspanning die
aanwezig is op de installatielocatie.
Alle pompen worden geleverd met 10 m kabel en een
vrij kabeluiteinde.
2
bedragen, zoals