Aanrijbeveiliging
Bij het maaien rond bomen, afrasteringen e.d. kan het
ondanks de nodige voorzichtigheid tijdens het werken
toch tot een aanraking met het objekt komen. Om daarbij
beschadigingen te voorkomen is er een aanrijbeveiliging
in de machine gebouwd.
Aanwijzing:
Plaats het dubbelwerkende stuurapparaat
bij het werken altijd in zwevende positie om
de optimale werking van de aanrijbeveiliging
veilig te stellen.
Attentie!
Het doel van deze aanrijbeveiliging is
niet om bij volle snelheid schade aan de
machine te voorkomen.
Werking van de hydraulische
aanrijbeveiliging
Bij het rijden tegen aan hindernis zwenkt de maaibalk
lichtjes naar achteren.
Breng voor het verder werken de maaibalk met behulp van
het dubbelwerkende stuurapparaat (ST) weer in werkstand.
Aanwijzing:
Het veranderen van werk- in transportstand
en omgekeerd, kan eveneens met deze
zwenkinrichtring worden uitgevoerd. Zie
ook hoofdstuk 'Transport- en werkstand'
1300 NL_ANFAHRSICHERUNG 3784
AANRIJBEVEILIGING
36
NL
Let op!
Als niet duidelijk is
of het te maaien
veld ook daad-
werkelijk vrij van
hindernissen is,
dient zo langzaam
mogelijk te wor-
den gereden!