Figuur 45
1. Messen in lengterichting
2. Buitenste snijranden
11. Om de schuinstand in te stellen, moet u de
borgmoeren verwijderen en aan de stelmoeren
op de voorkant van het maaidek draaien
(Figuur 46).
12. Om de voorkant van het maaidek hoger te
zetten, draait u de stelmoeren vaster. Om de
voorkant van het maaidek lager te zetten, draait
u de stelmoeren losser.
13. Nadat u de stelmoeren gelijk hebt afgesteld,
controleert u nogmaals de schuinstand. Stel de
oogbouten net zolang bij totdat het uiteinde
van het voorste mes 1,6-7,9 mm lager staat dan
het uiteinde van het achterste mes (Figuur 46).
Opmerking: Na de afstelling mogen beide
steunstangen geen speling hebben (Figuur 47).
Draai aan de stangen om de speling weg te
werken (Figuur 46).
3. Hier meten
Figuur 46
1. Borgmoer en stelmoer
2. Voorwiel
14. Als de schuinstand correct is, moet u nogmaals
controleren of het maaidek horizontaal staat;
zie Maaidek horizontaal stellen.
Maaidek verwijderen
Opmerking: Voordat u het maaidek verwijdert,
moet u onthouden in welke gaten de stelbeugels
zijn geplaatst (Figuur 48).
1. Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en schakel de aftakas uit.
2. Zet de schakelhendels in de remstand, schakel
de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurdersstoel te
verlaten.
3. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
4. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de
achterste draaipenstang aan beide kanten van
het maaidek (Figuur 47).
37
3. Stelmoer
4. Borgmoer