Figuur 27
1. Olielter
2. Pakking
4. Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk.
Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2
tot 3/4 slag (Figuur 27).
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe
olie; zie Olie verversen en aftappen in
Onderhoud motor, blz. 25.
Onderhoud van de bougie
Vervang de bougie om de 100 bedrijfsuren.
Controleer of de elektrodenafstand correct is
voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van de
bougie(s) en een voelermaat voor het meten en
afstellen van de elektrodenafstand. Monteer een
nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type: Champion RC12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in
werking, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
2. Trek de kabel van de bougie (Figuur 28). Maak
de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
3. Verwijder de bougie en de metalen afdichtring.
3. Tussenstuk
Figuur 28
1. Bougie
Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Figuur 29).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de
motor naar behoren. Een zwarte laag op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
Belangrijk: Bougie nooit schoonmaken.
Bougie altijd vervangen bij zwarte laag op
de bougie, versleten elektroden, vettige
laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode (Figuur 29).
Verbuig de massa-elektrode (Figuur 29) om de
juiste afstand in te stellen indien dit nodig is.
Figuur 29
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Bougie monteren
1. Monteer de bougie. Controleer of de
elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 41 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie
(Figuur 28).
28
2. Bougiekabel
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)