loskoppelen om ze in de remstand te zetten, de
aftakas uitschakelen, de gashendel op Snel zetten
en het contactsleuteltje op uitdraaien. Denk erom
dat u het sleuteltje uit het contact haalt.
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
U moet altijd het contactsleuteltje
verwijderen en de schakelhendels in de
remstand zetten wanneer u de machine
onbeheerd laat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
De maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden ingesteld van 38
tot 114 mm in stappen van 13 mm door de
maaihoogtehendel in verschillende openingen te
plaatsen.
1. Zet de maaihoogtehendel omhoog in de
transportstand (eveneens de maaihoogtestand
van 114 mm) (Figuur 12).
2. Trek aan de maaihoogtehendel om deze in de
gewenste stand te zetten (Figuur 12).
Figuur 12
1. Maaihoogtehendel
2. Maaihoogtestanden
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn
dat u de machine het best kunt bedienen en dat
u comfortabel zit.
1. Til de stoel op en draai de instelknoppen zover
dat u de stoel kunt bewegen (Figuur 13).
Belangrijk: Zorg ervoor dat de
afstandsstukken op hun plaats blijven
als u de knoppen losdraait om de stoel
te bewegen. Als u de afstandsstukken
kwijtraakt, kan de stoel schade oplopen.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie en draai
de knoppen weer vast.
Figuur 13
1. Instelknoppen
Schakelhendels afstellen
De schakelhendels kunnen hoger of lager worden
gesteld overeenkomstig de wensen van de
bestuurder.
1. Verwijder de 2 bouten waarmee de
schakelhendel is bevestigd aan de schacht van
de bedieningsarm (Figuur 14).
2. Zet de schakelhendel in de volgende groep
gaten. Zet de hendel vast met de 2 bouten
(Figuur 14).
19