onder spanning staande apparatuur (inclusief, maar niet beperkt tot, elektrische
schok en vlamboog-beveiliging).
•
Controleer voor en na het meten van de installatie de werking van de
spanningstester op een bekende spanningsbron.
•
Controleer dat de spanning tussen de voedingsklemmen van de omvormer
(L1, L2, L3) en de aarde (PE) rail nul. is.
Meetpunten van frames R4...R9 zijn hieronder te zien.
PE
L1, L2, L3
Veiligheidsvoorschriften 21