116 Elektrische installatie
5.
Voor omvormers zonder optie +E205: Druk gaten in de afdekking uit voor de
motorkabel-geleiders.
6.
Sluit de getwiste afschermingen van de motorkabels aan op de aardrail en de
fasegeleiders op de U2, V2 en W2 klemmen van de omvormermodule. Voor
omvormers met du/dt-filter (optie +E205), sluit de fasegeleiders met
kabelschoenen aan op de T1/U2, T2/V2 en T3/W2 klemmen van de kast.
7.
Sluit de getwiste afschermingen van de ingangskabels en afzonderlijke aardkabel
(indien aanwezig) aan op de PE-klem van de kast en de fasegeleiders op de L1, L2
en L3 klemmen.
8.
Draai de vermogenskabelschroeven vast tot het aanhaalmoment gegeven in
Gegevens van klemmen en invoeren voor de vermogenskabels (pagina
9.
Zet de afdekkingen en montageplaat weer terug.
13
226).