Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Polshartslagmeter Uitschakelen; Prestatiemetingen; Prestatiemeldingen Uitschakelen - Garmin MARQ DRIVER Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MARQ DRIVER:
Inhoudsopgave

Advertenties

De polshartslagmeter uitschakelen

De standaardwaarde voor de instelling Polshartslag is Auto. De watch gebruikt automatisch de
polshartslagmeter, tenzij u een compatibele hartslagmeter koppelt aan de watch met behulp van ANT+ of
Bluetooth technologie.
OPMERKING: Als u de polshartslagmeter uitschakelt, wordt ook de polssensor van de pulse oxymeter
uitgeschakeld. U kunt een handmatige meting uitvoeren vanuit de pulse oxymeterwidget.
1 Houd MENU ingedrukt vanuit de hartslagwidget.
2 Selecteer Hartslagopties > Status > Uit.

Prestatiemetingen

Deze prestatiemetingen zijn schattingen die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en hardloopprestaties
te volgen en te analyseren. Voor deze metingen zijn enkele activiteiten met polshartslagmeting of een
compatibele hartslagmeter met borstband vereist. Voor fietsprestatiemetingen is een hartslagmeter en een
vermogensmeter vereist.
Deze waarden worden geleverd en ondersteund door Firstbeat Analytics
.com/performance-data/running.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten
voltooien zodat de watch uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning
Voorspelde wedstrijdtijden: De watch gebruikt uw geschat VO2 max. en uw trainingsgeschiedenis om een
doel-racetijd te voorspellen op basis van uw huidige conditie
HRV-status: De watch analyseert de hartslagmetingen van uw pols terwijl u slaapt om uw hartslagvariabiliteit
(HRV)-status te bepalen op basis van uw persoonlijke HRV-gemiddelden op lange termijn
hartslagvariatie,
pagina 46).
Prestatieconditie: Uw prestatieconditie is een real-time conditiemeting die wordt vastgelegd na 6 tot 20 minuten
van activiteit. De meting kan worden toegevoegd als een gegevensveld, zodat u uw prestatieconditie tijdens
de rest van uw activiteit kunt bekijken. Bij het meten van uw prestatieconditie wordt uw real-time conditie
vergeleken met uw gemiddelde fitnessniveau
FTP (Functional Threshold Power): De watch gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw
FTP te schatten. Voor een nauwkeuriger schatting kunt u een FTP-test uitvoeren
pagina 48).
Lactaatdrempel: Lactaatdrempel vereist een hartslagmeter rond de borst. Uw lactaatdrempel is het punt
waarop uw spieren snel vermoeid beginnen te raken. Uw watch meet uw lactaatdrempelniveau op basis
van hartslaggegevens en tempo

Prestatiemeldingen uitschakelen

Sommige prestatiemeldingen worden weergegeven na voltooiing van uw activiteit. Sommige
prestatiemeldingen worden weergegeven tijdens een activiteit of wanneer u een nieuwe prestatiemeting hebt
bereikt, zoals een nieuwe VO2 max. drempel. U kunt de prestatieconditiefunctie uitschakelen om een aantal van
deze meldingen te voorkomen.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Fysiologische meetwaarden > Prestatie Conditie.
Hartslagmeetfuncties
(Over VO2 max. indicaties,
(Prestatieconditie,
(Lactaatdrempel,
pagina 47).
. Ga voor meer informatie naar
pagina 43).
(Voorspelde racetijden weergeven,
pagina 47).
(Uw FTP-waarde schatten,
garmin
pagina 45).
(Status
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave