Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sensorinstellingen; Kompasinstellingen; Het Kompas Handmatig Kalibreren; De Noordreferentie Instellen - Garmin MARQ DRIVER Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MARQ DRIVER:
Inhoudsopgave

Advertenties

Sensorinstellingen

Kompasinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Kompas.
Kalibreer: Hiermee kunt u de kompassensor handmatig kalibreren
pagina 94).
Scherm: Hiermee stelt u de koersweergave op het kompas in letters, graden of milliradialen in.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in
pagina 94).
Modus: Hiermee stelt u in dat het kompas alleen elektronische sensorgegevens (Aan), een combinatie van GPS
en elektronische sensorgegevens bij verplaatsing (Auto) of alleen GPS-gegevens gebruikt (Uit).

Het kompas handmatig kalibreren

Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed
uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek en maakt standaard gebruik van automatische kalibratie.
Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Kalibreer > Start.
3 Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht wordt weergegeven.

De noordreferentie instellen

U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het berekenen van de voorliggende koers.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Noordreferentie
3 Selecteer een optie:
• U kunt het geografische noorden instellen als koersreferentie door Waar te selecteren.
• U kunt automatisch de magnetische afwijking instellen voor uw locatie door Magnetisch te selecteren.
• U kunt het noorden van het grid (000º) instellen als koersreferentie door Grid te selecteren.
• U kunt de magnetische afwijking handmatig instellen door Gebruiker te selecteren, de magnetische
afwijking in te voeren en OK te selecteren.

Hoogtemeterinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Hoogtemeter.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de hoogtemeter handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren: Hiermee voert de hoogtemeter automatisch een kalibratie uit telkens wanneer u
satellietsystemen gebruikt.
Sensormodus: Hiermee stelt u de modus voor de sensor in. Met de optie Auto gebruikt u zowel de hoogtemeter
als de barometer, afhankelijk van uw beweging. U kunt de optie Alleen hoogtemeter gebruiken wanneer er
tijdens uw activiteit sprake is van hoogteverschillen, of de optie Alleen barometer wanneer er geen sprake is
van hoogteverschillen.
Hoogte: Hiermee stelt u de maateenheden voor hoogte in.
94
(Het kompas handmatig kalibreren,
(De noordreferentie instellen,
LET OP
Uw toestel aanpassen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave