Bedieningsconcept
OPMERKING
Voor uitgebreide informatie over de configuratie
en bediening van draadloze componenten in het
Infinity-netwerk, neemt u contact op met uw
Dräger-vertegenwoordiger.
Netwerkonderbrekingen
Als de M540 op het netwerk is aangesloten, maar
de communicatie met het ICS onderbroken,
gebeurt het volgende:
– Het bericht Niet door de centrale bewaakt
verschijnt in de viewport van het ICS en in de
kopbalk van de M540.
– De Privé-modus wordt geannuleerd.
– Binnen de 25 seconden na het begin van de
offline toestand weerklinkt er een éénmalig
meldingsalarm met lage prioriteit. De
éénmalige meldingstoon weerklinkt zelfs als de
alarmen gepauzeerd zijn of als het
alarmvolume werd gedeactiveerd.
– Het alarmvolume wordt automatisch naar
100 % aangepast. Zodra de M540 de
communicatie met het ICS herstelt, wordt het
vorige alarmvolume hersteld.
Externe weergave en afstandsbediening
De gebruiker kan de gegevens van een M540 die
op het Infinity-netwerk is verbonden, vanaf de
volgende apparaten op afstand bekijken:
– IACS Cockpits
– ICS
– Patiëntmonitoren – Delta/Delta XL/Kappa (niet
ondersteund wanneer op de M540 de
beveiligde modus is ingesteld)
70
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Gegevensoverdracht via het netwerk
Het IACS-netwerk ondersteunt de overdracht van
patiëntgegevens van een bronapparaat, zoals een
Infinity Delta, Delta XL/Kappa (softwareversie
VF10.1, niet ondersteund wanneer op de M540 de
beveiligde modus is ingesteld) of een IACS
Cockpit, naar een andere Cockpit. Voor meer
informatie over hoe u gegevens kunt overdragen,
kunt u terecht in de Gebruiksaanwijzing Infinity
Acute Care System – Bewakingstoepassingen.
Tijdens een netwerkoverdracht wordt het bericht
Gegevens overdragen... op de M540
weergegeven.
LET OP
Raak het scherm niet aan en koppel de M540 niet
los tijdens de gegevensoverdracht. Het niet op-
volgen van deze aanwijzing kan leiden tot net-
werkstoringen en een mislukte overdracht.
Na een succesvolle overdracht keert de M540
terug naar het laatst weergegeven
bewakingsscherm vóór de overdracht werd
opgestart. Er verschijnt een bericht op de Cockpit
om te bevestigen dat de overdracht is beëindigd.
De gebruiker kan ook bepaalde externe functies
van op de bovenstaande apparaten uitvoeren voor
een M540 die met het Infinity-netwerk is
verbonden, op voorwaarde dat de Remote
control- en Remote silence-instellingen zijn
ingeschakeld. Die instellingen bevinden zich in het
Service-menu. Neem voor meer informatie contact
op met gespecialiseerd servicepersoneel.
Als de M540 op draadloos transport is, worden
externe wijzigingen aan het patiëntprofiel
teruggezet naar de profielinstellingen van de
Cockpit zodra de M540 is gekoppeld.
®
Acute Care System – Infinity
®
M540 – VG8.0