Alarmen
Ga als volgt te werk om er zeker van te zijn dat
alarmen voor Asystolie en Ventrikel Fibrilleren altijd
worden gemeld:
– Schakel aritmiebewaking in
of
– Stel HF bron in op ECG (zie pagina 167)
wanneer de optie ARR modus is ingesteld op
Uit (zie pagina 180).
Het bericht
HR, ASY, VF uit verschijnt als de
aritmiebewaking is gedeactiveerd, ASYS/VF
Alarmen op HF volgen is ingesteld en de
hartfrequentiealarmen zijn gedeactiveerd.
SpO
-desaturatiealarmfunctie
2
De alarmprioriteit wordt opgewaardeerd naar Hoog
als de SpO
-waarde onder de ondergrens van het
2
desaturatiealarm daalt en het desaturatiealarm is
ingeschakeld. De desaturatiealarmgrens ligt altijd
minstens 1 % onder de SpO2-alarmondergrens. Bij
gebruik van de Infinity MCable – Nellcor OxiMax is
deze functie alleen beschikbaar als de functie
SatSeconds is ingesteld op Uit (zie pagina 225).
Wanneer het desaturatiealarm is ingesteld op Uit,
verschijnt er een bericht in de kopbalk en in het
bovenste curvevak om de gebruiker te informeren.
NIBP/SpO
-koppeling-alarmfunctie
2
Om valse SpO
-alarmen te voorkomen wanneer de
2
bloeddrukmanchet en de SpO
dezelfde arm of hetzelfde been bevinden tijdens
een actieve niet-invasieve bloeddrukmeting,
selecteert u NIBP/SpO
Alarm-instellingen-dialoogvenster (zie
pagina 326).
Wanneer deze functie geactiveerd is, worden alle
niet-vergrendelende alarmen voor SpO
desaturatie-, PLS- en Rainbow-parameters en het
Nellcor "Controleer sensor"-alarm, indien
geconfigureerd als niet-vergrendelend,
gedeactiveerd tijdens een actieve niet-invasieve
bloeddrukmeting. Zie pagina 326 als u deze functie
wilt activeren of deactiveren.
118
-sensor zich op
2
-koppeling Aan in het
2
-,
2
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Aan het einde van een niet-invasieve
bloeddrukmeting gebeurt het volgende:
– Als er een SpO2 -alarmondergrens wordt
onderschreden, wordt het alarm na de validatie-
time-outperiode gegenereerd.
– Als er een SpO2 -alarmbovengrens wordt
overschreden, wordt er onmiddellijk een alarm
gegenereerd.
– Als een desaturatiealarmgrens wordt
overschreden, wordt er onmiddellijk een alarm
gegenereerd.
Invasieve drukken op nul stellen
Nulstelling van alle invasieve drukwaarden met de
nultoets (
) op de hemodynamische pods heeft
de volgende effecten:
– Alle invasieve drukgrens- en statische alarmen
voor CPP, CPP2, CPP3, CPP4, APP en BPP
worden onderdrukt vanaf het moment waarop
de toets wordt ingedrukt, tot 30 seconden na
voltooiing van de nulstelling.
Nulstelling van één enkele invasieve drukwaarde
op de M540 (zie pagina 258) heeft de volgende
effecten:
– Het grensalarm en het statische alarm voor de
betreffende invasieve drukparameter worden
onderdrukt vanaf het moment dat de toets wordt
ingedrukt tot 30 seconden nadat de nulstelling
is voltooid.
– Als de op nul ingestelde parameter een
perfusiedruktype is (ICP, APP, ABD, BPP, CPP
enz.) of een arteriële druktype (ART, AOR,
FEM, AXL, RAD, UAP, BRA enz.), wordt het
CPP-grensalarm ook onderdrukt vanaf het
moment dat de toets wordt ingedrukt tot
30 seconden nadat de nulstelling is voltooid.
De volgende alarmcondities heffen de
onderdrukking op van alarmen veroorzaakt door
het op nul instellen van invasieve bloeddrukken:
– De parameter voor de invasieve druk ligt buiten
het meetbereik (te hoog/laag)
®
Acute Care System – Infinity
®
M540 – VG8.0