Transportband instelpercentage
Transportband instelpercentage werkt als volgt, zie
het voorbeeld in afbeelding 5-10:
De nominale transportbandsnelheid bedraagt 10
ft/min. Zolang de transportbandsnelheid binnen de
dode bandbreedte blijft (± 2%, of ± 0,2 ft/min., of
9,8−10,2 ft/min.) gebeurt er niets.
Zodra de transportbandsnelheid de 10,2 ft/min.
overschrijdt, worden de flows lineair verhoogd
totdat op 14 ft/min. beide flowinstellingen zijn
verhoogd met 10%. Zodra de transportband de 9,8
ft/min. onderschrijdt en dit doorgaat, worden de
flows lineair verlaagd totdat op 8 ft/min. beide
flowinstellingen zijn verlaagd met 10%.
Wanneer de transportbandsnelheid boven 14
ft/min. komt of beneden de 8 ft/min., blijft het
instelpercentage op 10%.
Om deze functie uit te zetten haalt u het vinkje weg
bij In/uit−schakelen.
Spuitinstellingen voor presets wijzigen
Gebruik de schermen Pistoolbesturing om uw
presetinstellingen steeds per pistool aan te passen,
online of offline. Instructies over presetinstellingen
worden beschreven in de Schermen voor
Pistoolbesturing op pagina 4-2.
OPMERKING: Aanpassingen in de voorloop− en
naloopwaarden zijn niet van invloed op het
werkstuk dat al voor de zonefotocellen passeert of
al wordt gespoten. De wijziging gaat pas in voor
het eerstvolgende werkstuk dat de cabine
binnenkomt.
LET OP: Wijzig zonetoewijzingen nooit
terwijl werkstukken door de cabine
bewegen. De werking wordt zo mogelijk
foutief.
E 2006 Nordson Corporation
Instelpercentage UIT
Instelpercentage AAN
% Transportlucht of Poederflow
% Verstuivingslucht of Patroonlucht
In/uit−schakelen
Snelheid
Snel
Nominaal
Langzaam
Dode bandbreedte
Afb. 5-10
Het scherm Instelpercentage
In de schermen Pistoolbesturing staan de weer-
gaven voor Presetinstellingen en Uitgangstatus los
van elkaar. De weergave voor Presetinstelling is
standaard altijd de preset die wordt gespoten op
het moment dat u het scherm opent. Zodra een
nieuw werkstuk de pistolen passeert, wijzigt de
weergave voor uitgangstatus weliswaar maar in de
weergave voor presetinstelling blijft u de
presetinstellingen zien voor het vorige werkstuk.
Als u bijvoorbeeld het scherm Pistoolbesturing voor
Pistool 1 opent terwijl dit pistool Werkstuk 1 spuit:
S
De weergave Uitgangstatus toont de
signaalwaarden van Pistool 1 voor preset 1.
S
De weergave Presetinstelling toont de
instellingen voor preset 1.
5-9
Gebruik
% Flow
% Snelheid
P/N 7135463C02