Toetsen voor bedrijfsmodus en
blokkeringen
Auto: In de modus Auto beweegt de
reciprocator automatisch, op basis van de
geconfigureerde standaard− of presetinstellingen
terwijl de werkstukken zich door de cabine
verplaatsen.
Handmatig: Activeert de
Verplaatsing−toetsen zodat u de reciprocator met
de hand kunt verplaatsen.
Uit: Schakelt de geselecteerde reciprocator
uit.
X
Blokkering in Uit−modus: Na selectie
wordt de reciprocator in Uit−modus geblokkeerd en
zijn de toetsen op het scherm Bediening
reciprocator uitgeschakeld (pagina 5-11).
Encoder en instelling voor
maximumsnelheid
1. Log in als Nordson serviceadviseur.
2. Selecteer een reciprocator.
3. Stel de modus in op UIT.
4. Stel de encoderresolutie in en de
maximumsnelheid (raadpleeg uw
systeemtekeningen, het naamplaatje op de
reciprocator of uw documentatie).
Omkeercompensatie
De omkeercompensatie compenseert een
eventuele overschrijding van de reciprocator op de
omkeerpunten.
1. Raadpleeg Werkstukspecifieke instellingen op
pagina 3-17. Selecteer Vast, geen
synchronisatiemodus.
2. Raadpleeg Standaard configuratie−instellingen
op pagina 3-16.
3. Raak de toets Oriëntering aan om de recipro-
cator te oriënteren. Na voltooiing van de
oriëntering beweegt u de reciprocatordrager
met de hand omlaag totdat de huidige positie
(10, afb. 3-10) 6 inch aangeeft (of een ander
even getal).
E 2006 Nordson Corporation
Systeemconfiguratie
Blokkeerbeveiliging negeren: Bij
selectie van deze optie wordt de
blokkeerbeveiliging voor het schakelslot
genegeerd, zodat de reciprocators handmatig
kunnen worden verplaatst.
Oriëntering: Raak de toets Oriëntering
aan om de reciprocator handmatig te oriënteren.
Als de reciprocatorbesturing in−/uitgeschakeld
werd, dient u de reciprocator eerst te oriënteren.
Bij de oriëntering hoort de reciprocator langzaam te
bewegen naar de bovenste eindschakelaar en
stopt hij dan op ca. 1 inch onder de bovenste
eindschakelaar. Hiermee wordt de nulstand
ingesteld. De huidige positie getoond op het
scherm is groter dan nul, want de reciprocator kan
niet exact op nul stoppen.
4. Plaats een referentieteken op de
reciprocatordrager en het reciprocatorhuis,
zodanig dat deze merktekens in lijn staan.
5. Stel de Zachte bovenlimiet in op de huidige
positie.
6. Beweeg de reciprocator omlaag totdat voor de
huidige positie 24 inch wordt aangegeven (of
een ander even getal).
7. Plaats een referentieteken op het
reciprocatorhuis, in lijn met het merkteken op
de reciprocatordrager.
8. Stel de Zachte benedenlimiet in op de huidige
positie.
9. Stel de reciprocatorsnelheid in op 50% van
maximum.
10. Selecteer de Auto−modus. De reciprocator
start na een vertraging van 5 seconden en een
akoestische waarschuwing.
11. Let op het punt waar de reciprocator werkelijk
omkeert en voer in het veld
Omkeercompensatie de geschatte afstand in
tussen het werkelijke omkeerpunt en de
markering op de behuizing.
12. Pas de waarde voor Omkeercompensatie zo
nodig aan, totdat de reciprocator zo dicht
mogelijk nabij de zachte limieten omkeert.
3-15
P/N 7135463C02