Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Datareservekopie - Nordson iControl Bedieningshandleiding

Bedieningsinterface; configuratie, presets instellen
Verberg thumbnails Zie ook voor iControl:
Inhoudsopgave

Advertenties

3-34
Systeemconfiguratie

Datareservekopie

Gebruik de functie Datareservekopie om een kopie
te maken van de CompactFlash−kaart met
gebruikersdata. Maak reservekopieën na de
configuratie van uw systeem en na instellen en
testen van presets voor uw werkstukken (zie
hoofdstuk 4). Doe dit ook steeds wanneer u
wijzigingen maakt die u wilt opslaan.
Bij gebruik van de reservekopiefunctie, worden alle
gegevens op de gebruikersdatakaart gekopieerd
naar de programmakaart en vervolgens
teruggeschreven naar de datakaart wanneer het
systeem weer start. Eventuele data op de kaart in
de gebruikersdatasleuf wordt overschreven.
LET OP: U MOET het systeem
helemaal uitschakelen en vervolgens de
consolevoeding weer aan zetten en het
systeem opnieuw opstarten om het
reservekopieerproces te voltooien.
Wanneer u de beëindiging van het
programma annuleert of opnieuw
opstarten selecteert, hebt u geen
reservekopie gemaakt en gaan eventuele
wijzigingen gemaakt na de laatste
reservekopie verloren.
OPMERKING: Goedgekeurde kaarten zijn
SanDisk, Toshiba, PNY en Memorex 128 Mb
(minimum) CompactFlash−kaarten. Gebruik geen
kaarten die niet goedgekeurd zijn. Neem voor
nadere informatie contact op met uw
Nordson-vertegenwoordiger.
LET OP: Neem CompactFlash−kaarten
niet uit terwijl de consolevoeding aan is.
U brengt zo schade toe aan de data op
de kaart.
1. Raak op het scherm Systeemconfiguratie de
toets Datareservekopie aan om het scherm
Datareservekopie op te roepen:
Programma
beëindigen
Afb. 3-39
Het scherm Datareservekopie
P/N 7135463C02
2. Raak de toets OK aan om de
reservekopiefunctie te starten. De
stopwatchcursor wordt weergegeven terwijl de
reservekopiefunctie in werking is.
3. Wanneer de toets Programma beëindigen
wordt geactiveerd, raak deze dan aan om het
proces voort te zetten. Wacht totdat het
iControl−programma wordt beëindigd en kies
dan Systeem uitschakelen in het
dialoogvenster van het besturingssysteem. Zie
Programma beëindigen op pagina 3-35.
4. Zet via de schakelaar op het achterpaneel de
consolevoeding uit.
5. Open de deur van de omkasting en druk op de
uitwerptoets naast de kaartsleuf. Neem de
gebruikersdatakaart uit.
Ouder type adapter
Afb. 3-40
1. Gebruikersdatakaart
2. Programmakaart
6. Steek een nieuwe CompactFlash−kaart in de
kaartsleuf.
OK
7. Zet de consolevoeding aan.
De console start op en kopieert uw data naar
de nieuwe kaart. Bewaar de kaart op een
veilige plek, op ruime afstand van bronnen van
magnetisme.
3
1
2
Nieuw type adapter
Kaartposities
3. Uitwerptoets
LET OP: Alle data op de nieuwe kaart
worden overschreven.
E 2006 Nordson Corporation
3
1
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave