Inspectie/onderhoud
7
Het oliepeil controleren
7.4
Het oliepeil controleren
7.4.1
Algemene aanwijzingen
7.4.2
Standaardprocedure
Oliepeilstok
166
Montage- en technische handleiding – Rechte en haakse reductor serie MC..
Let bij de controle van het oliepeil op de volgende aanwijzingen.
LET OP
Door een ondeskundige controle van het oliepeil kan de reductor beschadigd raken.
Mogelijke materiële schade.
•
Controleer het oliepeil alleen als de reductor is afgekoeld en stilstaat.
SEW‑EURODRIVE raadt aan om het oliepeil bij een temperatuur van 20 °C tot
40 °C te controleren. Daarbij moet het oliepeil tussen de markeringen [1] en [2]
op de oliepeilstok of het oliepeilglas liggen en moet deze idealiter in het midden
liggen.
•
Neem bij de reductoruitvoering in vaste en variabele zwenkende uitvoering de
aanwijzingen op de volgende pagina's in acht.
•
Als de reductor is voorzien van een oliepeilstok en een oliekijkglas, is het oliepeil
van de oliepeilstok doorslaggevend. Het oliepeil van het oliekijkglas dient alleen
als richtwaarde.
•
Elementen voor de controle van het oliepeil, de olieaftapkraan en de olievulope-
ningen zijn op de reductor gekenmerkt met veiligheidssymbolen.
•
Herhaal de controle van het oliepeil na de eerste bedrijfsuren wanneer de reduc-
tor stilstaat.
Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie- en onderhouds-
werkzaamheden" (→ 2 162).
1. Schroef de oliepeilstok los en trek deze eruit.
2. Reinig de oliepeilstok en schuif deze in de reductor (niet vastschroeven!).
3. Trek de oliepeilstok weer eruit en controleer en corrigeer evt. het oliepeil. Het olie-
peil moet zich tussen de markering (= maximaal oliepeil) en het einde van de olie-
peilstok (= minimaal oliepeil) bevinden
AANWIJZING
Verdere informatie over de controle van het oliepeil vindt u op het maatblad en in de
documenten bij de opdracht.
MAX
MIN
37559879563