Zo kan grotere gevolgschade grotendeels worden voorko-
men en het risico van een totale uitval worden verlaagd.
Controle van de isolatieweerstand
Voor het controleren van de isolatieweerstand moet de
stroomtoevoerkabel worden afgeklemd. Daarna kan de
weerstand met een isolatiemeter (meetgelijkspanning is
1000 volt) worden gemeten. De isolatieweerstand mag
niet lager zijn dan 10 MΩ.
Machine niet meer aansluiten, overleg met de fabri-
kant!
Visuele controle van het materieel
Oliepeil
Voor de exacte hoeveelheid verwijzen wij u naar de onder-
delenlijst of vraag het na bij de fabrikant.
Olie kwaliteit
De toestand van de glijringafdichtingen kan met een vi-
suele controle van de olie worden gecontroleerd. Pomp
horizontaal leggen, zodat de controleschroef oliekamer
aan de zijkant van het motorhuis zich boven bevindt. De
schroef verwijderen en een klein beetje olie aftappen. Als
de olie troebel of melkachtig is, wijst dit op een bescha-
digde asafdichting. In dat geval moet de toestand van
de asafdichtingen door een HOMA-vakwerkplaats of de
fabrieksklantenservice worden gecontroleerd. Verbruikte
olie moet volgens de geldende milieubeschermingsvoor-
schriften worden afgevoerd.
Vervangen van de glijringafdichting
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door de fabri-
kant of een geautoriseerde servicewerkplaats worden
uitgevoerd.
Groot onderhoud
Bij groot onderhoud worden naast de normale onder-
houdswerkzaamheden ook de motorlagers, asafdichtin-
gen, O-ringen en stroomtoevoerkabels gecontroleerd
en indien nodig vervangen. Deze werkzaamheden mo-
gen uitsluitend door de fabrikant of een geautoriseerde
servicewerkplaats worden uitgevoerd.
Vervangen van bedrijfsvloeistof
De afgetapte bedrijfsvloeistof moet worden gecontro-
leerd op verontreinigingen en waterbijmengingen. Is de
bedrijfsvloeistof sterk verontreinigd en is er sprake van
een watergehalte van meer dan 1/3, dan moet de vloei-
stof na 4 weken nogmaals worden vervangen. Is er dan
weer water aanwezig in de bedrijfsvloeistof, dan wordt
een defecte afdichting vermoed. Overleg met de fabri-
kant. Bij toepassing van een controle van de afdichtkamer
of een lekkagebewaking zal de indicatie bij een defecte
afdichting binnen 4 weken na de vervanging opnieuw
oplichten.
Algemeen geldt bij het vervangen van bedrijfsvloei-
stoffen: Machine uitschakelen, laten afkoelen, los-
koppelen van het stroomnet (door een vakman laten
doen!), reinigen en verticaal neerzetten op een stevige
ondergrond. Warme of hete bedrijfsvloeistoffen kun-
nen onder druk staan. De uitlopende bedrijfsvloeistof
kan brandwonden veroorzaken. Laat de machine daar-
om eerst afkoelen tot omgevingstemperatuur! Bevei-
lig de machine tegen omvallen en/of wegglijden!
All manuals and user guides at all-guides.com
7. Buitenbedrijfstelling
7.1. Tijdelijke buitenbedrijfstelling
Bij dit type uitschakeling blijft de machine ingebouwd en
wordt deze niet losgekoppeld van het stroomnet. Bij een
tijdelijke buitenbedrijfstelling moet de pomp compleet
ondergedompeld blijven, zodat deze beschermd is tegen
vorst en ijs. Er moet worden gegarandeerd dat de be-
drijfsruimte en de vloeistof niet compleet bevriezen. Op
die manier is de machine op elk moment bedrijfsklaar. Bij
langere stilstandtijden moet regelmatig (elke maand tot
elk kwartaal) een cyclusloop van 5 minuten worden uit-
gevoerd.
7.2. Definitieve buitenbedrijfstelling/opslag
De installatie uitschakelen, machine van het stroomnet
scheiden, uitbouwen en opslaan. Voor de opslag moet op
het volgende worden gelet:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
7.3. Hernieuwde inbedrijfstelling na lange opslagtijd
De machine moet voor de hernieuwde inbedrijfstelling
worden vrijgemaakt van stof en olieafzettingen. Vervol-
gens moeten de nodige onderhoudsmaatregelen en
-werkzaamheden worden uitgevoerd (zie hoofdstuk "On-
derhoud"). De correcte toestand en de werking van de
glijringafdichting moet worden gecontroleerd. Na afron-
ding van deze werkzaamheden kan de machine worden
ingebouwd (zie hoofdstuk "Opstelling") en door een
Pas op!
Een cyclusloop mag alleen onder de geldende be-
drijfs- en gebruiksvoorwaarden plaatsvinden. Droog-
lopen is niet toegestaan! Negeren van deze aanwij-
zing kan leiden tot een total loss!
Waarschuwing voor hete onderdelen!
Let bij het uitbouwen van de machine op de tempe-
ratuur van de machinedelen. Deze kunnen ver boven
de 40 °C heet worden. Laat de machine eerst afkoe-
len tot omgevingstemperatuur!
Machine schoonmaken.
Op een schone en droge plaats opslaan, machine be-
schermen tegen vorst.
Op een vaste ondergrond verticaal neerzetten en be-
veiligen tegen omvallen.
Bij pompen moeten de pers- en zuigaansluiting wor-
den afgesloten met geschikte hulpmiddelen (bijv. fo-
lie).
De elektrische aansluitleiding bij de kabeldoorvoer
ondersteunen om blijvende vervormingen te voorko-
men.
Uiteinden van de stroomtoevoerkabels beschermen
tegen het binnendringen van vocht.
Machine beschermen tegen direct zonlicht om het
gevaar voor verbrossing van elastomere delen en de
coating van het huis te voorkomen.
Let bij opslag in werkplaatsen op het volgende: De
straling en de gassen die bij het elektrisch lassen ont-
staan, vernielen het elastomeer van de afdichtingen.
Bij langere opslag moet de waaier of propeller regel-
matig (halfjaarlijks) met de hand worden gedraaid. Dit
voorkomt drukplekken in de lagers en vastraken van
de waaier.
nEDlErlanDS | 49