Als er een plek is gevonden, wordt dit
op het Info-Display getoond en klinkt
er een geluidssignaal.
Als u niet stopt wanneer het systeem
een parkeerplek heeft voorgesteld,
zoekt het systeem naar een andere
geschikte plek.
Inparkeermodus
De door het systeem gemelde
beschikbare parkeerplek wordt geac‐
cepteerd als de bestuurder bij parallel
gelegen parkeerplekken binnen
10 m of bij haaks gelegen parkeer‐
plekken binnen 6 m na het bericht
Stop stopt. Het systeem berekent het
optimale pad om in te parkeren.
Een korte trilling in het stuurwiel na
inschakeling van de achteruitversnel‐
ling geeft aan dat het systeem de
besturing overneemt. Daarna wordt
de auto automatisch ingeparkeerd
met gedetailleerde instructies aan de
Rijden en bediening
bestuurder voor remmen, optrekken
en schakelen. De bestuurder moet de
handen van het stuurwiel houden.
Let altijd goed op het geluid van de
parkeerhulp voor-achter. Een onon‐
derbroken geluid geeft aan dat de
afstand tot een obstakel minder dan
ongeveer 30 cm is.
Als de bestuurder om ongeacht welke
reden toch zelf moet sturen, houd het
stuurwiel dan alleen aan de buiten‐
rand vast. In dat geval werkt de auto‐
matische besturing niet meer.
Displayweergave
De instructies op het Info-Display
tonen:
● Algemene tips en waarschu‐
wingsberichten.
● Een hint wanneer u sneller dan
30 km/u rijdt in de zoekmodus
voor een parkeerplek.
● Het verzoek om te stoppen
wanneer een parkeerplek is
gevonden.
187