auto rijden. In de onderhoudsmodus
start het aandrijvingssysteem niet.
Druk nogmaals op POWERm om de
auto uit te schakelen.
Voorzichtig
De servicemodus ontlaadt de
12 V-autoaccu. Gebruik de servi‐
cemodus niet gedurende langere
tijd, om te voorkomen dat de motor
niet start.
Bediening bij storing
Als de auto vanwege een bijna lege
batterij in de elektronische sleutel niet
start, verschijnt er een bericht in het
Driver Information Center.
Ga als volgt te werk om alsnog te
rijden:
1. Open de middenconsole en
verwijder de kleine opbergbak.
Plaats de elektronische sleutel in
de houder met de knoppen naar
de onderkant van de auto gericht.
Andere voorwerpen, bijvoorbeeld
andere sleutels, transponder,
tags, munten enz., moet u verwij‐
deren.
2. Zet de schakelhendel in de stand
P of N, trap het rempedaal in en
druk op POWERm.
Zet de auto uit door nogmaals op
POWERm te drukken. Haal de elek‐
tronische sleutel uit de middencon‐
sole.
Deze mogelijkheid is alleen bestemd
voor noodgevallen. Vervang de batte‐
rij van de elektronische sleutel zo
spoedig mogelijk 3 19.
Rijden en bediening
Zie voor het ontgrendelen of vergren‐
delen van de portieren Storing in
handzender of elektronisch sleutel‐
systeem 3 21.
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen worden gebruikt tot het
bestuurdersportier wordt geopend of
tot 10 minuten nadat de auto werd
uitgeschakeld:
● elektrisch bediende ruiten
● Infotainment-systeem
● stekkerdozen
157