Gebruik waar mogelijk cruise control.
Schakel niet over naar N om uit te
rollen. Bij het uitrollen en remmen in
D of L wint de auto energie terug.
Rendementsmeter in de
instrumentengroep
Efficiencymeter 3 76.
Rij- en versnellingsmodus selecteren
Gebruik zoveel mogelijk de normale
rijmodus.
In de SPORT-modus accelereert de
auto sneller dan in de normale modus
maar werkt het wellicht minder effici‐
ent.
Gebruik L in intensief stadsverkeer of
bij het afdalen. In de stand L hoeft u
het rempedaal minder in te trappen
en kunt u de auto gecontroleerd en
zuinig langzaam laten rijden.
Controle over de auto
Voorzichtig
Rijd voorzichtig op steile hellingen,
laadhelling of over verkeersdrem‐
pels enz.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten onder
de pedalen leggen.
Gebruik alleen vloermatten die goed
passen en met de houders aan
bestuurderszijde bevestigd zijn.
Noodgevallen
9 Waarschuwing
Schade aan de hoogspannings‐
accu of het hoogspanningssys‐
teem kan gevaar voor een elektri‐
sche schok, oververhitting of
brand inhouden. Als de auto
beschadigd is geraakt tijdens een
middelzware tot zware botsing,
Rijden en bediening
overstroming, brand of anders‐
zins, laat de auto dan zo spoedig
mogelijk nakijken in een werk‐
plaats. De auto dient tot aan de
inspectie buiten gestald te worden
op minstens 7,5 m afstand van
brandbare constructies of anders‐
zins.
155