In bedrijf nemen
Met het functiekader
RESET functie. Door het uitvoeren van een
RESET worden alle door u ingevoerde en
berekende gegevens gewist (opdrachten,
machinegegevens, kalibratiewaarden en Setup-
gegevens). Een RESET van de AMATRON
zet alle instellingen weer terug op de
fabrieksinstellingen.
Noteer
•
Impulsen per Liter.
•
Impulsen per 100m.
•
Impulsen per omwenteling van
de aftakas.
•
Opdrachtgegevens.
U moet alle basisgegevens van de
machine opnieuw invoeren.
5.5.1
Gesimuleerde rijsnelheid invoeren (bij defecte wielsensor)
Met de invoer van de gesimuleerde
rijsnelheid kan het spuiten worden
voortgezet wanneer de wielsensor
defect is. Zodra de AMATRON
weer impulsen van de wielsensor
ontvangt, gebruikt de
AMATRON
de berekening van de rijsnelheid en
de afgelegde weg
1. Maak de signaalkabel los van de
basisuitrusting van de tractor.
2. Roep met het functiekader
op "Gewenste gesimuleerde rijsnelheid
invoeren". Geef voor de gesimuleerde
rijsnelheid bijv. 8,0 km/u in.
3. Roep het functiekader
→ In het werkmenu verschijnt het
geinverteerde snelheidssymbool
U moet de opgegeven rijsnelheid
(bijv. 8,0 km/u) tijdens het spuiten
nauwkeurig aanhouden omdat de
regeling van de afgifte is
afgestemd op de ingevoerde
rijsnelheid.
44
activeert u de
+
+
+
deze impulsen voor
de invoer
.
.
Afb. 56
Afb. 57
BAG0037.0 10.06