Koken
Voor het koken van levensmiddelen
kunt u gebruiken:
– het met de magnetron uitgevoerde
automatische programma
"Koken";
– de verwarmingssoort "Magnetron";
– de verwarmingssoort "Hetelucht";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Hetelucht";
– het combinatieprogramma
"Magnetron + Grilleren".
Het automatische programma is aan
te bevelen voor het koken van vlees en
gevogelte zonder bruin korstje, vis,
soep, éénpansgerechten en groenten.
De verwarmingssoort Magnetron is
onder andere geschikt voor het koken
van ovenschotels of voor het wellen
van gerechten, zoals rijstepap en gries-
meel.
Kies voor het aan de kook brengen een
vermogen van 850 W en voor het door-
koken een vermogen van 450 W resp.
voor het afmaken een vermogen van
150 W.
De verwarmingssoort Hetelucht kunt
u kiezen voor het smoren en het blanc-
heren van bijv. aardappels of groenten.
Kies een combinatieprogramma als u
de kooktijd wilt verkorten en een bruin
korstje wilt krijgen.
Het combinatieprogramma Magne-
tron + Grilleren is bijzonder geschikt
voor het koken en gratineren of bruine-
ren van bijv. ovenschotels of toast.
Magnetron
Doe het gerecht in een schaal die ge-
schikt is voor gebruik in de magnetron
en laat het afgedekt gaar worden.
Zet de schaal op de bodem van de bin-
nenruimte.
De kooktijd van groente varieert al naar
gelang de versheid. Verse groente be-
vat meer water en is daardoor sneller
gaar. Bij groente die u al wat langer
heeft bewaard, moet u wat water toe-
voegen.
Tijdens het koken moet u het gerecht
minstens één keer omscheppen. Bij het
automatische programma wordt u daar
d.m.v. een akoestisch signaal aan herin-
nerd.
Levensmiddelen met een harde schil,
zoals tomaten, worstjes, in de schil ge-
kookte aardappels of aubergines moet
u eerst inkepen of er een paar gaatjes
in prikken, zodat de waterdamp kan
ontsnappen en de levensmiddelen niet
exploderen.
Eieren kunnen alleen met speciaal ser-
viesgoed in de magnetron worden ge-
kookt. Dit is bij speciaalzaken verkrijg-
baar. Zonder schaal kunnen eieren wel
in de magnetron. Prik dan eerst meer-
maals met een speld in de dooier.
Koken
51