1
Selecteer START > Triatlon.
2
Selecteer START om de timer te starten.
3
Selecteer
aan het begin en eind van elke overgang.
De overgangsfunctie kan in- of uitgeschakeld worden voor de
triatlonactiviteitinstellingen.
4
Selecteer STOP > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Een multisportactiviteit maken
1
Selecteer op de watch face START > Voeg toe > Multisport.
2
Selecteer een type multisportactiviteit of voer een
aangepaste naam in.
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een nummer.
Bijvoorbeeld Triatlon(2).
3
Selecteer twee of meer activiteiten.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan
te passen. U kunt bijvoorbeeld selecteren of overgangen
moeten worden meegerekend.
• Selecteer OK om de multisportactiviteit op te slaan en te
gebruiken.
5
Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te
voegen.
Tips voor triatlontraining en het gebruik van multisportacti-
tiveiten
• Selecteer START om uw eerste activiteit te starten.
• Selecteer
om over te gaan naar de volgende activiteit.
Als u overgangen hebt ingeschakeld, dan wordt de
overgangstijd afzonderlijk van de duur van de activiteit
vastgelegd.
• Selecteer indien nodig
starten.
• Selecteer UP of DOWN om meer gegevenspagina's weer te
geven.
Zwemmen
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor zwemmen aan de
oppervlakte. Duiken met het toestel kan schade aan het toestel
veroorzaken en leidt ertoe dat de garantie komt te vervallen.
OPMERKING: Het toestel kan geen polshartslaggegevens
vastleggen tijdens het zwemmen.
OPMERKING: Het toestel is compatibel met het accessoire
HRM-Tri
en het accessoireHRM-Swim
™
zwemmen, pagina
11).
Zwemtermen
Baan: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Er wordt een slag geteld elke keer dat uw arm
waaraan het toestel is bevestigd een volledige cyclus voltooit.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30
seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op. Bij
zwemmen in open water wordt de swolfscore berekend over
25 meter. Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en,
net als bij golf, een lage score is beter dan een hoge.
Slagtypen
Identificatie van het type slag is alleen beschikbaar voor
zwemmen in een zwembad. Het type slag wordt aan het eind
van een baan vastgesteld. Wanneer u intervalgeschiedenis
bekijkt, worden slagtypen weergegeven. U kunt het slagtype ook
als een aangepast gegevensveld selecteren
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
Activiteiten en apps
om de volgende activiteit te
LET OP
(Hartslag tijdens het
™
26).
Vrij
Vrije slag
Terug
Rugslag
Borst
Borstslag
Vlinder Vlinderslag
Wissel
Meerdere slagtypen in een interval
Training Wordt gebruikt bij het registreren van trainingen
het trainingslog, pagina
Tips voor zwemactiviteiten
• Volg de instructies op het scherm om de grootte van het
zwembad te selecteren of een aangepaste grootte in te
voeren voordat u een zwemactiviteit start.
Als u weer een zwemactiviteit in een zwembad start, gebruikt
het toestel de grootte van dit zwembad. U kunt
houden, de activiteitsinstellingen selecteren en Grootte van
bad selecteren om de grootte te wijzigen.
• Selecteer
om een rustpauze vast te leggen tijdens het
zwemmen in een zwembad.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
voor zwemmen in een zwembad vast.
• Selecteer
om een interval vast te leggen tijdens het
zwemmen in open water.
Rusten tijdens zwemmen in een zwembad
Op het standaardrustscherm worden twee rust-timers
weergegeven. Ook worden het tijdstip en de afstand van het
laatste voltooide interval weergegeven.
OPMERKING: Tijdens een rustperiode worden geen
zwemgegevens vastgelegd.
1
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit
starten.
De schermweergave verandert in witte tekst op een zwarte
achtergrond en het rustscherm wordt weergegeven.
2
Selecteer tijdens een rustperiode UP of DOWN om andere
gegevensschermen weer te geven (optioneel).
3
Selecteer
en ga verder met zwemmen.
4
Herhaal de procedure voor volgende rustintervallen.
Training met het trainingslog
De trainingslogfunctie is alleen beschikbaar voor zwemmen in
een zwembad. Met deze functie kunt u handmatig kick set-
oefeningen, zwemoefeningen met één arm of andere
zwemoefeningen vastleggen die afwijken van de vier
belangrijkste zwemslagen.
1
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit UP of DOWN om het
oefeninglogscherm weer te geven.
2
Selecteer
om de oefeningstimer te starten.
3
Selecteer
na afloop van uw oefeninginterval.
De oefeningstimer stopt, maar de activiteitentimer blijft de
hele zwemsessie vastleggen.
4
Selecteer een afstand voor de voltooide oefening.
Afstandsinstellingen worden gebaseerd op de voor het
activiteitenprofiel geselecteerde zwembadafmetingen.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer
als u een andere oefeninginterval wilt
starten.
• Selecteer UP of DOWN om terug te keren naar de
zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten.
Uw afdalingen weergeven
Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën
of snowboarden vast met de functie Automatische afdaling.
Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor afdalingen
tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe afdalingen worden
automatisch geregistreerd op basis van uw bewegingen. De
timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer afdaalt en
(Training met
3)
ingedrukt
om een rustperiode te
3