Reiniging en onderhoud
8.4
Desinfectie
Apparaat desinfecteren
Accessoires desinfecteren
Autoclaveren
32 / 39
2.
Verwijder na gebruik van schoonmaakmiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
3.
Accessoires onmiddellijk na het reinigen met een pluisvrije doek en
olievrije perslucht drogen. Droog alle holtes volledig met olievrije pers-
lucht.
Desinfectie moet altijd voorafgegaan worden door het rei-
nigen van de desbetreffende onderdelen.
Zie ⮫ Hoofdstuk 8.3 „Schoonmaken" op pagina 31
Concentratie en inwerktijd van het desinfectiemiddel vol-
gens de instructies van de fabrikant.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door het binnendringen van water
of andere vloeistoffen.
−
Bescherm het apparaat tegen vloeistoffen die van bui-
tenaf komen.
−
Voer geen sproeidesinfectie uit op het apparaat.
1.
Open het deksel.
2.
Schakel het apparaat uit en koppel het los van de stroomvoorziening.
3.
Accessoires verwijderen.
4.
Reinig de behuizing en de centrifugaalkamer met desinfectiemiddel.
5.
Verwijder na gebruik van desinfectiemiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
6.
De oppervlakken moeten onmiddellijk na het reinigen worden
gedroogd.
1.
Desinfecteer de accessoires met het desinfectiemiddel.
2.
Maak alle holtes nat met desinfectiemiddel zonder luchtbellen.
3.
Laat na gebruik van desinfectiemiddelen het resterende desinfectie-
middel drogen of verwijder dit.
De volgende accessoires kunnen worden geautoclaveerd bij 121 °C /
250 °F (20 min):
■
Uitzwenkrotoren
■
Hoekrotoren van aluminium
■
Metalen bekers
■
Deksel met bioafdichting
■
Adapter
Over de mate van steriliteit kan geen uitspraak worden gedaan.
Vóór het autoclaveren moeten de deksels van rotoren en bekers worden
verwijderd.
Rev.: 16 / 11.2023
AB1206nl