4 INSPECTEREN VAN DE INSTALLATIE
4.1 Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid, controleert u of
24
•
alle onderdelen volgens de installatiehandleiding zijn
geïnstalleerd;
•
alle schroeven correct zijn vastgedraaid;
•
er zich geen scherpe randen bevinden op enige onderdelen
die in contact kunnen komen met mensen;
•
alle slangen, pijpen en aansluitingen intact zijn en geen
defecten hebben;
•
alle functies van de machine correct werken. Indien nodig
aanpassen.
Voer een installatiekwalificatie, een bedrijfskwalificatie en een
prestatiekwalificatie volgens ISO 15883 uit voordat de machine
in gebruik wordt genomen.
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan voorwerpen en
persoonlijk letsel.