6 Ingebruikname
De in dit hoofdstuk beschreven werkzaamhe-
den mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door vakkundig personeel dat voor de des-
betreffende taak dienovereenkomstig gekwa-
lificeerd is.
WAARSCHUWING
!
Gevaar voor brandwonden door warme of
koude componenten en leidingen!
De componenten van het ventiel en de lei-
ding kunnen tijdens bedrijf erg heet of erg
koud worden en brandwonden veroorzaken.
Î Laat de componenten en leiding afkoelen
of opwarmen.
Î Beschermende kleding en handschoenen
dragen.
WAARSCHUWING
!
Gevaar voor letsels door onder druk
staande componenten en ontsnappend me-
dium!
Î Schroef van de testaansluiting niet los-
maken als het ventiel onder druk staat.
WAARSCHUWING
!
Gehoorschade en doofheid door hoog ge-
luidsniveau!
Afhankelijk van de installatieomstandighe-
den kunnen tijdens de werking mediumbe-
paalde geluidsontwikkelingen optreden (bijv.
cavitatie en flitsen) Bovendien kunnen kort-
stondige hoge geluidsniveaus ontstaan, als
een pneumatische aandrijving (zie bijv.
hoofdstuk 'Veilige positie') of pneumatische
EB 8012 NL
aanbouwdelen zonder geluidsreducerende
elementen luidruchtig ontluchten. Beide kun-
nen het gehoor beschadigen.
Î Bij werkzaamheden in de buurt van het
ventiel gehoorbescherming dragen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
!
!
Gevaar voor beknelling door bewegende
aandrijfas en klepsteel!
Î Niet in het juk grijpen, zolang de pneu-
matische hulpenergie van de aandrijving
effectief aangesloten is.
Î Bij werkzaamheden aan het regelventiel
pneumatische hulpenergie en controle-
signaal onderbreken en afsluiten.
Î Loop van de aandrijfas en klepsteel niet
belemmeren door voorwerpen in het juk
in te klemmen.
Î Als de aandrijfas en de klepsteel geblok-
keerd zijn (bijvoorbeeld door 'vastlopen'
door langdurige stilstand), de resterende
energie van de aandrijving (veerspan-
ning) verminderen vóór het verhelpen
van de verstopping, zie de bijbehorende
documentatie van de aandrijving.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
!
!
Letselgevaar door ontsnappende afvoer-
lucht!
Tijdens de werking ontsnapt bij de regeling
of opening en sluiting van het ventiel afvoer-
lucht, bijv. bij de aandrijving.
Î Bij werkzaamheden in de nabijheid van
het regelventiel moet u oogbescherming
gebruiken.
Ingebruikname
6-1