Onderhoud en ombouw
A4
Membraan
A5
Membraanschotel
A7
Aandrijfas
Fig. 9-4: Plaatsing van de onderdelen met
sluitring bij de draairichting FE
b) Omkeren van FE naar FA
Zie Fig. 9-5
1. Bovenste deksel (1) afnemen.
2. De aandrijfas (A7) met de
membraanschotel (A5) en het membraan
(A4) uit het onderste deksel (A2) trekken.
3. De veren (A10) verwijderen.
4. De aandrijfas (A7) in een bankschroef
met beschermende klauwen
aanspannen. Ervoor zorgen dat de
aandrijfstang niet beschadigd wordt.
5. De kraagmoer (A15) volledig
losschroeven.
6. Het drukstuk (A35) tezamen met de
membraanschotel (A5) en membraan
(A4) van de aandrijfas (A7) verwijderen.
9-8
A15
A35
A4
A5
A37
A7
A15
Kraagmoer
A35
Drukstuk
A37
Onderlegring
7. De sluitring (A37) verwijderen.
De ring wordt bij de draairichting FA niet
gebruikt.
8. De membraanschotel (A5) met
membraan (A4) en drukstuk (A35)
omgekeerd op de aandrijfas (A7)
plaatsen. Ervoor zorgen dat de
afdichtingslip van het membraan (A4)
volledig tussen het drukstuk (A 35) en de
membraanschotel (A5) wordt geplaatst.
9. De kraagmoer (A15) tegen het drukstuk
(A35) schroeven. Op aanhaalmomenten
letten.
10. De aandrijfas (A7) met geschikt
afdichtings- en smeermiddel insmeren.
11. De aandrijfas (A7) met de
membraanschotel (A5) en het membraan
(A4) in het onderste deksel (A2)
plaatsen.
12. De veren (A10) op dusdanige wijze in
het onderste deksel inbrengen, dat deze
door de verdieping in het deksel gecen-
treerd worden.
13. Het bovenste deksel (A1) terugplaatsen.
14. Eventueel de veren voorspannen, zie
hoofdstuk 'Ingebruikname'.
15. Het onderste en bovenste deksel (A1,
A2) met schroeven (A20) en moeren
(A21) vastschroeven. Op aanhaalmo-
menten letten.
16. Type 3271: de ontluchtingsstoppen
(A16) van de onderste naar de bovenste
aansluiting van de instrumentenlucht (S)
schroeven.
EB 8310-4 NL