NORMEN VOOR OPSTARTEN VAN DE VEEGMACHINE
Voordat de motor gestart wordt, controleren of alle borstels (hendel 8-9 fi g.1) opgeheven zijn.
Het rijpedaal 2 (fi g.1) moet neutraal staan.
Starten van de motor
(diesel veegmachine)
1) Zet gashendel 1 (fi g. 3a) op ¾ van zijn bereik.
2) Draai startsleutel 2 (fi g.3b) op positie 1 totdat de motor aanslaat.
3) De bougie verklikker 22 (fi g.1) brandt nu.
4) Wacht totdat de verklikker dooft.
5) Draai de sleutel in pos.2 haal de sleutel ervan zodra de motor is gestart
De elektrische start niet langer dan 5 seconden achter elkaar gebruiken om de startmotor niet te beschadi-
gen. Als de motor niet aanslaat, de sleutel loslaten en 10 seconden wachten.
(elektrische veegmachine)
1) Draai de sleutel 2 (Fig.3b) in pos.1, haal de sleutel ervan zodra de elektrische motor is gestart
Vooruit rijden van de motorveger
● Zet de parkeerrem los door de pedaal 3 fig.1 in te drukken en de blokkeerhendel 4 (fig.1) naar boven
te trekken.
● De borstels met hendels 8 – 9 (fi g.1) omlaag brengen.
● Druk rustig op pedaal 2 (fi g.1) en rijd met de gewenste snelheid vooruit of achteruit. Om het achteruit
rijden te vereenvoudigen, kunt u de punt van uw voet onder het uitsteeksel van het pedaal steken.
De machine remt automatisch wanneer pedaal 2 (fi g.1) neutraal staat.
De motor uitschakelen
● Verlaag het toerental met gashendel 1 (fi g.3a diesel veegmachine).
● Draai startsleutel 2 (fi g.3b) op positie 0.
● Zet de parkeerrem los door de pedaal 3 (fig.1) in te drukken en de blokkeerhendel 4 (fig.1) naar
boven te trekken.
● Verwijderen de startsleutel
39